Toekomst van voedsel in Zeeland: wat eten we morgen?
In de Oesterij in Yerseke waren ongeveer honderd foodprofessionals aanwezig. Directeur Johan Dourleijn vertelde dat in Zeeland ongeveer 45.000 mensen in voedselproducerende ketens werken. „Dat betreft zowel teelt, verwerking, vervaardiging als retail en restaurants. Als FoodDelta willen wij naar een duurzamer en gezonder voedsel. Dus voeding met een lage milieubelasting, die betaalbaar, eerlijk en cultureel aanvaardbaar is.”
In het kader van hun ambitie om duurzame eiwitten uit Zeeland op het bord te realiseren begon FoodDelta in 2021 het project De Zeeuwse quinoaketen, dat dit jaar werd afgerond. „Wat je op je bord schept, heeft invloed op jezelf en op de planeet. Daarom promoten wij het Eat Lancet proof menu.”
Eat Lancet proof
Het EAT Lancet rapport verscheen vijf jaar geleden en stelde in 2050 tien miljard wereldbewoners gezond en duurzaam te voeden binnen de grenzen van de aarde. „Mensen hebben gemiddeld 2200 calorieën nodig per dag, maar we produceren er 5600. Dat is niet efficiënt”, vertelt Wilfred van Elzakker, innovation consultant bij FoodDelta. „Dat moet veranderen omdat onze voedselconsumptie grote invloed heeft op het milieu. Er moet meer voedsel per hectare worden geproduceerd, meer lokaal en de voedselverspilling moet worden gehalveerd. Maar wat eten we dan morgen?”
Volgens de consultant moeten we meer groenten, peulvruchten en volkoren granen en minder dierlijk gaan eten: 3 keer per week vlees, 2 keer vis, 2 eieren en dagelijks bijna 2 porties zuivel (250 ml).
Hoge kwaliteit
„In Zeeland hebben we alles en staan producten van hoge kwaliteit op het land”, stelt Van Elzakker. Omdat FoodDelta Zeeland beseft dat ze niet alle mensen op een hoop kunnen gooien om het nieuwe eten te omarmen was chefkok Marcin Beaufort uit Cadzand gevraagd om vier Eat Lancet streekgerechtjes te maken die iedereen kon proeven.
Tekst: Ellen De Vriend
Journalist, eindredacteur van diverse kranten en auteur in Zeeland. Schrijft freelance voor het vakblad Stal en Akker bij Agrio.
Beeld: Ellen De Vriend