NVWA vindt bruinrot in Groningse en Noord-Brabantse pootaardappelen
De vondsten zijn gedaan tijdens de integrale toetsing op pootgoed. De NVWA wil geen uitspraken doen over de rassen, omdat dit volgens de dienst stigmatiserend is: er zijn geen verschillen tussen rassen bekend met betrekking tot gevoeligheid voor een bruinrotbesmetting, aldus de NVWA.
PB3
In beide gevallen gaat het om de pootgoedklasse PB3 die in 2023 voor het eerst aan de verplichte toetsing zijn onderworpen. In beide gevallen zijn de partijen in 2020 opgezet met gebruikmaking van miniknollen, laat de NVWA weten. Er zijn van beide partijen nog geen aardappelen afgeleverd.
Storm Poly
Beide vondsten zijn niet gerelateerd aan eerdere besmettingen. In beide gevallen gaat het om een introductie op de betreffende akkerbouwbedrijven. Onderzoek van de NVWA heeft aangetoond dat de besmetting in Groningen is veroorzaakt door het opwaaien van besmet oppervlaktewater tijdens de zomerstorm Poly op 5 juli. Dit onderzoek is afgerond.
Het onderzoek in Noord-Brabant is nog in volle gang. Monsters zijn op dit moment nog in onderzoek. De uitslagen daarvan kunnen mogelijk aantonen hoe de ziekte op het betreffende bedrijf is geïntroduceerd. Er is tot nu toe één besmette partij. Verder zijn er nog geen resultaten bekend.
Perceelsmaatregelen
Er zijn maatregelen opgelegd voor de besmet bevonden partijen en de als waarschijnlijk besmet aangemerkte partijen. Daarnaast worden er perceelsmaatregelen aangezegd. De EU-verordening van 2022 is toegepast. Deze biedt de NVWA de mogelijkheid om de maatregelen te beperken tot de besmette partij en de overige partijen aardappelen die in 2023 op hetzelfde perceel als de besmette partij zijn geteeld. Dit is mogelijk omdat er geen contactbesmettingen zijn vastgesteld en er een duidelijke bron van infectie is aangetroffen.
'Oppervlaktewater blijft gevaarlijk'
Voorzitter Peter Berghuis van de LTO-werkgroep Pootaardappelen noemt de vondsten een tegenvaller. Deze besmettingen laten volgens hem opnieuw zien hoe gevaarlijk de aanwezigheid van met bruinrot besmet oppervlaktewater voor de pootaardappelteelt is. „We moeten er van af blijven. In dit geval kon de teler er niets aan doen; de storm heeft het besmette water over het land gewaaid.”
Dit is in het verleden vaker gebeurd, destijds in het Groninger Reitdiep-gebied (2016). Na meerdere besmettingen in die regio hebben veel telers in die regio in overleg met hun handelshuis besloten een bredere strook aan te houden tussen het water en de teelt van hoogwaardig uitgangsmateriaal.
Berghuis is wel blij dat de besmettingen dit jaar zijn gevonden en niet volgend jaar. „Anders waren deze aardappelen mogelijk al als pootgoed verspreid en waren veel meer bedrijven getroffen.”
Ook tonen de vondsten aan dat de controle op bruinrot in pootaardappelen effectief is en ook zeker moet blijven.