Brabantse waterschappen schrijven brandbrief naar aanleiding van hoogwater: 'Ruimte nodig'
Verdaas coördineert het Deltaprogramma. Dit overheidsprogramma is bedoeld om de gevolgen van klimaatverandering in Nederland zo goed mogelijk op te vangen. „Het ging de afgelopen natte winter net goed, maar het had heel anders af kunnen lopen. Er moeten nú maatregelen worden genomen om Brabant voor te bereiden op een zogeheten ‘waterbom’ en grootschalige wateroverlast te voorkomen”, aldus Kees Jan de Vet, dijkgraaf van Waterschap Brabantse Delta en voorzitter van de Noord-Brabantse Waterschapsbond.
De waterschappen en de provincie willen er via de deltacommissaris op wijzen dat er meer aandacht nodig is voor de wisselwerking tussen zijrivieren en het Nederlandse hoofdwatersysteem. „Klimaatverandering afremmen is nodig, maar is niet meer volledig te stoppen”, stelt Saskia Boelema, gedeputeerde Water en Bodem provincie Noord-Brabant. „We moeten ons als overheden realiseren dat we ons moeten aanpassen aan nieuwe omstandigheden. Daar horen maatregelen bij om meer ruimte voor water te creëren.
Het waterveiligheidsproject Meanderende Maas is hier een goed voorbeeld van, gericht op het geven van meer ruimte aan de Maas aan zowel de Gelderse als de Brabantse kant. Er is echter meer nodig om de provincie minder kwetsbaar voor overstromingen en wateroverlast te maken. Bovenregionaal, samen met overheden én inwoners, de schouders eronder.”
Hoogwater in winter
De aanleiding voor de brief is de hoogwaterperiode van afgelopen winter. Door recordhoeveelheden regen raakte het Brabantse watersysteem overvol, met overlast tot gevolg. De waterschappen moesten alle zeilen bijzetten. Zo werden voor het eerst diverse waterbergingsgebieden ingezet. Water wordt daar tijdelijk ‘geparkeerd’ om elders problemen te voorkomen. „Daarmee is voorkomen dat het water op plekken echt ‘buiten het bakje’ is gegaan”, zegt dijkgraaf Mario Jacobs van Aa en Maas. „Daarbij hebben we wel geluk gehad met een lage Maas. Anders hadden we ook bergingsgebieden rondom Den Bosch in moeten zetten.”
Belangrijke les
Doordat de waterstanden in de Maas niet extreem hoog waren, kon er in de hoogwaterperiode constant water vanuit de zijrivieren en -beken afgevoerd worden op de Maas. Als dat niet het geval zou zijn vanwege een hoge Maasstand, was er in Brabant mogelijk onvoldoende bergingsruimte geweest om al het overtollige water op te vangen.
Erik de Ridder, watergraaf van Waterschap De Dommel: “Een belangrijke les van afgelopen periode is dat het systeem nog niet robuust genoeg is. Dat hadden we al onderkend, maar de urgentie om het robuust te maken is alleen maar toegenomen. We moeten nu niet in een reflex schieten en bijvoorbeeld extra slootjes gaan graven om bypasses te creëren zodat het water snel weg kan. Dat zijn met alle respect reflexen en lapmiddelen die niets oplossen. Wat we vooral nodig hebben, is ruimte voor water.”
Water uit buitenland
Volgens de waterschappen is dat zeker niet de enige opgave. Brabant ligt op een knikpunt waar water vanaf hoge gronden uiteindelijk uitkomt in de Maas. Een gebied waar steden, bedrijven, natuur en landbouw elkaar ontmoeten. Het zou verstandig zijn om een lagergelegen gebied in de provincie vrij te houden van bebouwing. Echter ligt er natuurlijk ook een grote woningbouwopgave vanuit het Rijk, die het gebied ook nog kwetsbaarder maakt voor de impact van klimaatverandering.
„Om het nog complexer te maken, moeten we ons ook nog richten op een betere samenwerking met Vlaanderen. Een derde van het water in Brabantse beken is namelijk afkomstig uit België. De Nederlandse delta houdt niet op bij de grens. Kortom, het is een uitdagende puzzel van maatschappelijke opgaven die we met vele andere partijen moeten leggen. Daar werken we als waterschappen en provincie hard aan, maar we kunnen dit niet zonder steun van het Rijk”, aldus De Vet.