Stikstofdoelen worden niet gehaald, stelt RIVM. Ze zijn een bewegend doel, reageert LTO
Het is geen nieuwe conclusie. In februari kwam het Planbureau voor de Leefomgeving al tot de conclusie dat de daling van de stikstofdepositie niet genoeg is om de doelen te halen. Dat lag er enerzijds aan dat de KDW-waarden recent zijn herzien, en daardoor strenger zijn geworden, en anderzijds doordat nog niet alle potentiële maatregelen voor stikstof worden toegepast. Het PBL had toentertijd verschillende piekbelastersregelingen niet meegenomen, omdat daar nog geen concreet beleid voor was. Dat ging dan om de programma’s voor innovatie, extensivering en verplaatsing, die minister Van der Wal nog moet openzetten.
Het RIVM concludeert nu dat zelfs als de doelen van het NPLG worden gehaald, dat nog niet genoeg zal zijn om de normen die in de Stikstofwet zijn gesteld te halen. In 2021 heeft het instituut berekend hoeveel minder stikstof de landbouw moet uitstoten om de wettelijke doelen te halen - 74 procent van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden onder de KDW. Toen kwam het instituut tot de conclusie dat dat zou kunnen, als de landbouw in 2035 40 procent minder ammoniak uitstoot.
Echter is de situatie sindsdien veranderd. Naar aanleiding van Europees onderzoek zijn vorig jaar de Kritische Depositiewaarden bijgesteld, en daarnaast zijn de wetenschappelijke inzichten over de uitstoot en neerslag van stikstof veranderd. Met deze veranderingen in gedachten heeft het RIVM nogmaals berekend wat het effect van het NPLG op de stikstofdepositie is en kwam tot de conclusie dat die in veel meer natuurgebieden dan eerder berekend, te hoog blijft. Niet bij 74, maar slechts bij 40 procent van de kwetsbare natuur komt die depositie in 2035 onder de KDW te liggen.
‘Doel 2025 wordt niet gehaald’
De stikstofnorm die voor 2025 in de wet was vastgelegd - 40 procent van de stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden onder de KDW - is nu niet meer te halen, schrijft minister Van der Wal in een reactie. „Daarvoor zouden veel ingrijpende maatregelen nodig zijn, zowel generiek als gebiedsgericht.“
Met de beoogde emissiereductie uit het NPLG lagen de wettelijke verplichtingen wel binnen bereik, stelt Van der Wal. Door de nieuwe wetenschappelijke inzichten zijn die echter ver uit het zicht van de NPLG-maatregelen verdwenen. Het programma draagt wel bij aan de emissiereductie, maar niet voldoende. In alle Natura 2000-gebieden daalt de stikstofbelasting, stelt de minister, maar voor de wet maakt dit weinig uit. Die kijkt niet naar de mate waarin de KDW wordt onder- of overschreden, maar enkel of de KDW wordt gehaald. „Gebieden die zwaar worden overschreden, kunnen in grote mate worden ontlast. Dit betekent voor deze gebieden belangrijke natuurwinst“, stelt de minister. Zolang de totale depositie voor dat gebied niet onder de KDW terechtkomt, telt dat echter niet mee.
‘Bewegend doel’
LTO is kritisch. Als de KDW telkens wordt aangepast na nieuw onderzoek en nieuwe wetenschappelijke inzichten, stelt de organisatie, wordt dat een bewegend doel waar boeren onmogelijk aan kunnen voldoen, en weten ze nooit waar ze aan toe zijn.
De belangenbehartiger vraagt ook waarom het RIVM enkel scenarios heeft ontwikkeld voor de landbouw, en waarom ze niet heeft gekeken naar mogelijke reducties bij andere sectoren. „Zelfs met 80 procent reductie van stal- en veldemissies haalt de sector de doelstellingen niet“, stelt LTO. „Met dit scenario komt er niet alleen een volledige sanering van de veehouderij, maar is het ook nauwelijks nog mogelijk om plantaardige gewassen te telen.“
De organisatie bepleit daarom nogmaals om de KDW uit de wet te halen en te sturen op emissiereductie. „Dan worden boeren alleen afgerekend op hun bijdrage aan de stikstofemissies, en zijn ze niet afhankelijk van theoretische exercities en modelberekeningen die van jaar tot jaar sterk kunnen fluctueren.“