Areaal uienteelt gehalveerd
Zeeuwse akkerbouwers verbouwen andere gewassen door klimaatverandering
Het aantal hectares met zaaiuien in Zeeland is de afgelopen vijf jaar gehalveerd van 4705 hectare in 2019 naar 2579 hectare nu. De droge zomers van de afgelopen jaren spelen hierbij een grote rol, de tegenvallende oogsten en het gebrek aan zoet water. Vier op de vijf akkerbouwers heeft geen beschikking over zoet water. Daarom kiezen akkerbouwers in Zeeland liever voor minder risicovolle gewassen. In andere provincies spelen die problemen er niet. Daar neemt het areaal uien juist toe.
Minder wintertarwe
Door de tegenvallende opbrengsten van de ui en de graanprijzen die na de Russische inval in Oekraïne omhoog schoten koos een toenemend aantal Zeeuwse boeren vorig jaar voor zomertarwe. Doordat dit gewas minder diep wortelt, leverde het minder risico’s op dan de uienteelt. Nu de tarweprijzen zijn gezakt zijn de boeren ook hierop teruggekomen. In 2019 werd er nog 26.169 hectare wintertarwe verbouwd. Inmiddels is dit afgenomen naar 21.649 hectare. Zomertarwe nam de afgelopen vijf jaar juist toe van 563 naar 2034 hectare terwijl ook die bruto-opbrengst kelderde van 7,9 ton naar 6,5 ton per hectare.
Toename maïs, bieten en aardappelen
Het areaal snijmaïs in Zeeland is de afgelopen vijf jaar toegenomen van 4878 naar 5887 hectare. De teelt van suikerbieten is eveneens toegenomen van 11.630 naar 12.691 hectare. Maïs en bieten zijn gewassen die het in Zeeland altijd goed doen. Bovendien steeg de opbrengst van de bieten. Het areaal aardappelen nam iets toe van 18.917 naar 19.098 hectare en dat betekent vooral een toename van consumptieaardappelen (14.840 naar 15.435 hectare).
Tekst: Ellen De Vriend
Journalist, eindredacteur van diverse kranten en auteur in Zeeland. Schrijft freelance voor het vakblad Stal en Akker bij Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel