Brabantse vergunningverlening combiluchtwassers blijft voorlopig stil liggen

De Raad van State oordeelde onlangs dat Brabant geen natuurvergunning aan een varkenshouder uit Reusel had mogen verlenen, omdat er twijfels zijn over de werking van de biologische combiluchtwassers op zijn bedrijf. Het provinciebestuur besloot daarom om de vergunningverlening tijdelijk stil te leggen.

Tanja van de Ven (CDA) wilde weten wat het verschil is tussen tijdelijk geen nieuwe besluiten publiceren en vergunningen verlenen. Boelema: „Iedere vergunning moet apart worden beoordeeld. We blijven achter de schermen werken aan het beoordelen van aanvragen die op de stapel liggen. Vanuit zorgvuldigheid publiceren we geen besluiten. Dat betekent dat er ook geen bezwaar en beroep mogelijk is. Zolang je geen besluit neemt, kun je ook niet vergunnen. We blijven kijken hoe we voortgang kunnen maken.”

Meer onderbouwing nodig

Het provinciebestuur gebruikte een WUR-rapport als onderbouwing bij de vergunningaanvraag. De Raad van State vond het onderzoek te beperkt van opzet en zette daarom twijfels bij de beoogde ammoniakreductie. Brabant moet nu een nog betere wetenschappelijke onderbouwing aanleveren, waarmee gegarandeerd wordt dat de combiwasser ook een bepaalde reductie behaald. Dit kan door onder andere metingen uit de praktijk.

Op de vraag van Van de Ven wanneer de vergunningverlening weer opgestart wordt, kan Boelema nog geen antwoord geven. „Op dit moment is daarom ook niet te zeggen wanneer we de vergunningverlening voor combiwassers weer op kunnen starten.” Ze verwijst daarbij naar een uitspraak van deze week in Overijssel, waarbij ook een vergunning van een combiluchtwasser bij een varkenshouder is afgeschoten om dezelfde redenen.

Stallendeadline

De stallendeadline is, tot onvrede van het CDA en andere partijen, wel op 1 juli 2024 blijven staan. Van de Ven wilde weten waarom deze datum blijft gehandhaafd, terwijl de provincie geen vergunningen meer verleend.

Boelema: „Een aantal jaar geleden hebben we besloten dat emissiereducerende maatregelen noodzakelijk zijn. Er zijn meerdere wegen naar Rome. Deze weg staat voorlopig even on hold totdat er betere meetgegevens zijn. We zijn er als college van overtuigd dat er ook andere manieren zijn om de 85 procent reductie uit de Omgevingsverordening te behalen. Dat is ook de reden dat we de deadlines laten staan zoals ze zijn.”