Column: Geen stikstofprobleem meer in de duinen
Het RIVM kwam op 1 oktober met de jaarlijkse update van rekenmodel Aerius. Ministers van LNV onder de kabinetten Rutte verdedigden Aerius altijd door te stellen dat Aerius gebruik maakt van de nieuwste wetenschappelijke inzichten en de meest actuele gegevens over emissies. Zo werd in 2023 in de update meegenomen dat de kritische depositiewaarden (KDW) werden bijgesteld, omdat uit onderzoek van Wageningen Universiteit bleek dat die niet meer klopten. De meeste aanpassingen betekenden een lagere kritische depositiewaarde, waardoor de druk op de overheid toenam om maatregelen te nemen tegen met name de landbouw.
RIVM-onderzoek uit 2015
Blijkbaar is het ene nieuwe wetenschappelijke inzicht het andere niet. Het RIVM publiceerde in januari 2023 een wetenschappelijk onderzoek naar droge stikstofdepositie in de duinen bij Den Haag. In Natura 2000-gebied Solleveld en Kapittelduinen werd van september 2014 tot en met september 2015 een zogenaamde flux-meting uitgevoerd. Daarmee kan worden vastgesteld hoeveel stikstof er via droge depositie op de grond terechtkomt. De onderzoekers van het RIVM vergeleken de uitkomst van de praktijkmetingen met de berekende modeluitkomst van Aerius. Daaruit bleek dat Aerius de droge stikstofdepositie met een factor 2,4 overschatte, en dat is nogal wat.
Droge en natte stikstofdepositie
Nog even voor de duidelijkheid: het gaat hier dus om de droge stikstofdepositie. Naast droge bestaat er ook stikstofdepositie die met de regen mee naar beneden komt. Dat noemen we de natte stikstofdepositie. Samen is dat de stikstofdepositie. Als je alle rapporten van het RIVM en wetenschap doorneemt, dan is de verhouding tussen natte en droge stikstofdepositie ongeveer een derde nat en twee derde droog. Dus als de droge stikstofdepositie een factor 2,4 lager ligt in de duinen, dan is de vraag of er in de duinen nog wel sprake is van een stikstofprobleem.
Niet in Aerius
Goed. Het RIVM wist dat dus al in 2015, maar publiceerde het onderzoek pas in januari 2023. Ook daar kun je iets van vinden. Januari 2023 ligt ruim voor de jaarlijkse update van Aerius die meestal in oktober plaatsvindt. Kijken we naar de update in 2023 dan blijkt dat de stikstofdepositie in de duinen ongeveer gelijk bleef. Op een aantal plekken steeg de stikstofdepositie in de duinen zelfs. Ook uit de update van 1 oktober dit jaar blijkt het wetenschappelijke inzicht van 2015 nog niet te zijn doorgevoerd. De vraag is waarom niet? Daarop moet ik het antwoord schuldig blijven, maar je kan met de gegevens uit Aerius wel via een sigarendoosberekening bepalen wat de gevolgen zouden zijn.
Sigarendoosberekening
Wanneer je nu in Aerius kijkt dan schommelt de stikstofdepositie in de duinen ongeveer tussen de 800 en 1200 mol. Laten we voor het gemak uitgaan van gemiddeld 1100 mol. Daarvan is een derde natte stikstofdepositie (367 mol) en twee derde droge stikstofdepositie (733 mol). Vervolgens delen we 733 mol door de factor 2,4 die het model scheef zit. Dan blijft er voor droge stikstofdepositie nog maar 305 mol over. Tellen we daar de natte depositie weer bij op, dan is de totale stikstofdepositie in de duinen gemiddeld 672 mol. Dat betekent dus een gemiddelde daling van 1100 naar 672 mol.
Kritische depositiewaarde
Dan wordt het interessant om te kijken naar de kritische depositiewaarde (KDW) van de voorkomende habitattypen. De KDW is een grens die door ecologen als veilig wordt gezien om achteruitgang van de natuur door vermesting en verzuring te voorkomen. Zoals ik al beschreef werden die in 2023 aangescherpt. In de duinen gaat het voornamelijk om het habitattype grijze duinen. Daarvan bestaan drie typen en het type met de laagste kritische depositiewaarde is de heischrale variant. Die heeft een KDW van 786 mol. Voor natuurgebied Solleveld en Kapittelduinen is dit het habitattype met de laagste KDW. Wanneer je dus rekening houdt met die factor van 2,4 die Aerius fout zit, zit je daar dus ruim onder.
Vergunningverlening
Kijk je naar andere duingebieden in Zuid-Holland, Noord-Holland en Zeeland dan zie je overal dezelfde soort habitattypen. In sommige gebieden komt nog blauwgrasland voor, maar die heeft dezelfde KDW als heischrale grijze duinen. Misschien is mijn berekening wat aan de grove kant, maar ik durf de stelling wel aan dat stikstofdepositie in de duinen geen probleem is. Dat bleek ook al eerder uit waarnemingen van planten en dieren in de duinen. Wanneer het RIVM hun eigen onderzoek serieus neemt en doet wat ze normaliter altijd doet met nieuwe wetenschappelijke kennis, dan wordt vergunningverlening in de duinprovincies weer een stuk gemakkelijker.