Minister positief over tijdelijke opkoopregeling voor melkvee, sector moet dat wel zelf financieren
De G7 (de grote melkveeorganisaties) werken al weken achter de schermen aan een sectorplan waarmee de druk op de mestmarkt verminderd moet worden. Daarover zijn ze ook in gesprek met het ministerie van LVVN.
Onderdeel daarvan is een tijdelijke veereductieregeling. Wiersma gaf een inkijk hoe ze tegen die regeling aankijkt: „Het tijdelijk verminderen van het aantal melkkoeien is een serieuze overweging, omdat de mestafvoerkosten aanzienlijk zijn op dit moment. Het is een initiatief van de sector zelf, maar sta er welwillend in. Het plan kan potentieel bijdragen aan het verminderen van het mestprobleem en kan aan het bestaande mestplan worden toegevoegd.”
De gesprekken lopen nog en gaan onder andere over de vergoeding die boeren dan per koe moeten krijgen en of er wel genoeg draagvlak is in de sector. „Ik vind het wel belangrijk dat private partijen zelf een substantiële bijdrage leveren en wij als overheid niet verantwoordelijk zijn. Een randvoorwaarde daarbij is dat er duidelijk een structurele component in moet zitten, als de overheid met publiek geld om de hoek komt kijken.”
Deze structurele component is belangrijk, omdat de overheid niet over een paar jaar tegen hetzelfde probleem aan mag lopen. Een voorbeeld van zo’n structurele component kan het definitief inperken van het aantal fosfaatrechten zijn. Dit is nog onderdeel van gesprek met de sectoren.
Boerengeld?
VVD en NSC spraken zich tijdens het debat positief uit over deze tijdelijke veereductieregeling. De VVD vindt dat net zoals de minister dat dit met privaat geld moet gebeuren niet met ‘geld van de samenleving’.
Eline Vedder (CDA) heeft een vraag daarover aan Thom van Campen (VVD): „Is privaat geld ander geld dan boerengeld? Als ik privaat geld interpreteer als bijvoorbeeld een bijdrage van FrieslandCampina, een coöperatie die in eigendom is van boeren, is dat dus boerengeld.”
Van Campen reageert: „Dat is waar, maar als we het niet zouden doen dan is de boer het geld kwijt aan mestafzetkosten. Ik ben als liberaal van mening dat er niet meteen weer naar de overheid moet worden gekeken. We kunnen iedere euro die beschikbaar is gesteld om dit mestprobleem op te lossen, maar één keer uitgeven. Ik vind dat er in eerste instantie vanuit de sector zelf moet worden gekeken welke mogelijkheden er zijn, ook op het gebied van financiering. Het wegvallen van derogatie is geen nieuws. Dat hebben we allemaal zien aankomen. Ook de coöperaties. Ook zij hadden al eerder maatregelen kunnen nemen om hun leden voor te bereiden op de situatie waar we nu en straks tegenaan lopen. Die verantwoordelijkheid mag je daarom ook eerst daar neerleggen.”
Regeling moet wat opleveren voor overheid
André Flach (SGP) is het totaal niet eens met zijn collega-Kamerlid. Hij wijst op een voorbeeld uit het verleden, waarbij een tijdelijke werkloosheidsuitkering werd ingezet om bouwvakkers te behouden. „De brede bedrijfsbeëindiging gaat pas in 2026 in, terwijl boeren de mestproductieplafonds daarvoor al moeten behalen. Dat zou wel degelijk een publiek belang kunnen zijn.”
Van Campen schudt nee met zijn hoofd: „Je houdt twee jaar lang bedrijven met publiek geld in de benen en hebt dan lucht gecreëerd op de mestmarkt. Als de boeren dan de rechten weer innemen (en er dus weer koeien in de stal komen, red.), dan is dat het vooruitschuiven van het probleem. Als we veehouders echt willen helpen, dan moet je ook naar structurele maatregelen durven kijken.”
Volgens het Kamerlid is de theorie achter de tijdelijke regeling dat bij melkveehouders op de laatste tien procent de minste winst wordt gemaakt. De boer zou dan inzien dat er met minder vee kosten kunnen worden bespaard. Deze zouden dan kunnen opwegen tegen de verminderde inkomsten voor de afzet van melk. „Een boer kan dan inzien dat hij een gezonde bedrijfsvoering kan draaien door het definitief doorhalen van die fosfaatrechten. Als een ondernemer daartoe besluit, dan zou je er misschien publiek geld tegenover kunnen zetten.”
Voerspoor
Een andere maatregel uit het sectorplan is het voerspoor. VVD en NSC vinden deze maatregel te vrijblijvend en zijn van mening dat de minister duidelijke kaders en regels moet stellen. Ook hier vindt Wiersma dat de sector in eerste instantie zelf verantwoordelijk is. Wiersma heeft van sectorvertegenwoordigers begrepen dat er eind dit jaar een convenant zal worden getekend met erfbetreders, zodat er begin 2025 een communicatietraject kan worden gestart met als doel om melkveehouders te bewegen tot het nemen van voermaatregelen.
De BBB-bewindspersoon is met sectorpartijen in gesprek over de private borging van een voerspoor via een gecertificeerd systeem. CDA, VVD en NSC willen weten hoe deze gesprekken gaan. „De sectoren voelen de verantwoordelijkheid om dit op te pakken. Ik had echter wel gehoopt en verwacht dat er al meer stappen zouden zijn gezet bij de uitwerking van de voermaatregelen. Ik zie nog geen gedegen aanpak en aanzet voor private certificering. Ik roep de sector dan ook op concrete stappen te zetten en wil de private partijen bijstaan waar dat nodig is. Er is ook budget voor.”
Wiersma zegde daarnaast aan Vedder toe dat ze wil uitzoeken of melkveehouders die inzetten op een lager ruw eiwit in het rantsoen, in de toekomst mogelijk kunnen worden beloond via de eco-regeling.
Geen antwoord
Op veel vragen kon de minister nog geen duidelijkheid geven. Deze gingen onder andere over de nieuwe brede beëindigingsregeling. Verschillende Kamerleden vroegen wanneer boeren een aanvraag kunnen indienen en of er wel genoeg budget gaat zijn. Dit zijn allemaal zaken die Wiersma nog in het kabinet moet bespreken. Later in het jaar komt zij terug op de voorwaarden voor deze regeling.
Het brede geluid dat terugkomt, is dat veel Kamerleden weinig andere oplossingen voor op de korte termijn zien dan de nieuwe opkoopregeling, zodat de druk op de mestmarkt wordt verzacht. Vedder, zelf ook melkveehouder, schetste het beeldend: „Ik zie niet heel veel andere mogelijkheden dan de keuze te maken tussen melkvee of jongvee wegdoen, of dan toch maar illegaal mest uitrijden. Ik denk dat dat gaat gebeuren en ben er bang voor. Wat verwacht de minister dat er gaat gebeuren?”
De minister gaf wat hakkelend antwoord. „Ik kan er niet op vooruitlopen en over speculeren. Ik ken de opties. Ik weet dat het mestpakket op dit moment niet het voltallige verlies aan plaatsingsruimte door de afbouw van derogatie zal compenseren. Ik zou niet willen oproepen.. uhm.. uiteindelijk moet een ondernemer zich houden aan wet- en regelgeving waar wij als overheden ook aan zijn gehouden. Dat is een moeilijke afweging die boeren zelf moeten maken. Wat ik kan doen, dat doe ik. Dat is niet alleen plan a of b. Dat is plan a tot en met z. Ik zet maximale energie op het uitwerken van alle oplossingsrichtingen. Als dat voor bepaalde bedrijven niet voldoende is, dan zal de ondernemer keuzes moeten maken. Ik begrijp dat dat ingrijpend kan zijn”, antwoordt ze op Vedder.
Mestfraude
Volgens Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) moet er streng toezicht worden gehouden op het illegaal mest uitrijden. Ook GroenLinks-PvdA sluit zich daarbij aan. De minister reageert: „Met het mestbeleid is er sprake van een verhoogde fraudeprikkel. Dat vraagt om beter toezicht en waar nodig handhaving. Dit is ook om een gelijk speelveld binnen de agrarische sector te waarborgen. We monitoren de ontwikkelingen op de mestmarkt via de taskforce die recent is opgericht. Ook een versterkte handhavingsstrategie is onderdeel van de monitoring. We moeten snel de stap naar voren kunnen zetten.”
Ondertussen probeert de minister in Brussel de Europese Commissie te overtuigen dat doelenbeleid in Nederland goed is voor de waterkwaliteit. „Ik vind dat we niet moeten kijken naar welke regels we hebben, maar moeten kijken naar beleid dat bijdraagt aan het behalen van doelen. Boeren die derogatie hebben, scoren juist goed op de waterkwaliteit. Onze inzet is erop gericht om dit in Brussel onder de aandacht te brengen.”
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Tweede Kamer
Bron: Tweede Kamer