‘Met dit intrekkingsbeleid kunnen jonge boeren later niet meer investeren’
Volgens BAJK-bestuurder Lotte van Heesbeen raakt het intrekken van latente ruimte jonge boeren extra hard: „Zij zijn diegene die een nieuwe stal willen realiseren en om toekomstperspectief te houden. Ten tijde van een bedrijfsovername is er vaak beperkte financiele ruimte. Voor een extra investering is dan vaak geen geld. Dit beleid beperkt de ontwikkelingsmogelijkheden en ontneemt de kans voor jonge boeren om later te kunnen investeren.”
Ook landbouw moet maatwerk krijgen
De jonge boeren storen zich verder aan de ongelijke behandeling van de agrarische sector. Van Heesbeen duidt dit: „Terwijl de veehouderij generiek beleid krijgt, mag de industrie wel maatwerk toepassen. De diversiteit aan veehouderijbedrijven vraagt ook om een aanpak per bedrijf. Elk bedrijf kent zijn eigen uitgangssituatie, locatie, bedrijfsvoering en persoonlijke omstandigheden.”
Het doel van het intrekken van de latente ruimte is om de stikstofuitstoot te beperken. BAJK is van mening dat het voorgenomen beleid juist een averechts effect heeft, legt Van Heesbeen uit. „Boeren bouwen stallen die in eerste instantie niet zouden worden gerealiseerd en slapende vergunningen worden nieuw leven ingeblazen. Dit gebeurt angst om in de toekomst stikstof- en ontwikkelruimte te verliezen.”
Te veel focus op landbouw
Ook varkenshouder Cas van Zutphen, en tevens BAJK-bestuurder, sprak wederom in. Hij vraagt zich ook af waarom er bij het intrekken van latente ruimte alleen naar de landbouw en industrie wordt gekeken en wat de reden is dat de industrie wel maatwerk mag toepassen.
Van Zutphen maakte al vaker de rit naar het provinciehuis. Hij sprak al drie keer eerder in bij Provinciale Staten om zijn zorgen te uiten over het Brabantse stikstofbeleid. „Helaas heb ik weer de tijd genomen om in te spreken, terwijl ik dit liever helemaal niet doe. Ik heb jullie verteld dat je als jonge boer een lastige toekomst heb in Brabant met al dit beleid. Ik heb helaas nog steeds het gevoel dat ik hier tegen dovemansoren praat.”
Stikstofruimte voor PAS-melders
Hij vervolgt: „Na het onrealistische stallenbeleid hebben jullie alweer het volgende onrealistische en met name oneerlijke beleid bedacht om latente ruimte in te gaan trekken. We voldoen met ons varkensbedrijf aan de eisen van het stallenbeleid en de nieuwe eisen van het Beter Leven-keurmerk. Klaar voor de toekomst zou je zeggen. Helaas hebben wij door falend overheidsbeleid de stempel PAS-melder gekregen. We hopen al jaren dat we worden geholpen, maar dit zijn valse beloftes. Tot die tijd zitten we op slot.”
Van Zutphen is benieuwd wat er met de ingetrokken latente ruimte wordt gedaan. „De prioriteit zou moeten zijn om hiermee PAS-melders te helpen, maar daarvoor worden we naar Den Haag verwezen.”
Rupsje nooitgenoeg
Wilbert Egelmeers van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV) vindt het voorgenomen intrekkingsbeleid vooral weer een extra lest voor het boerenerf, bovenop de huidige Brabantse stikstofaanpak. „Het intrekken van latente ruimte voelt voor ons als een rupsje nooitgenoeg. Als het niet voldoende opbrengt, dan doen we er nog wat bij. De stapel van onredelijkheid en onhaalbaarheid groeit.”
Volgens de POV laat het provinciebestuur kansen liggen, omdat uit de resultaten van het onderzoek ‘NL Next Level Mestverwaarden’ en het programma ‘Integraal Aanpakken’ zou blijken dat een combinatie van maatregelen (voer-dier-stal-mest-bodem) een hogere
bijdrage levert aan het behalen van maatschappelijke opgaven dan enkel focus op mestverwerking of op stalaanpassingen. „Hier laten we kansen liggen”, zei Egelmeers tegen de Statenleden.
Nertsenhouders opnieuw de dupe
De Brabantse nertsenhouders laten ook van zich horen. „De nertsenbedrijven staan sinds eind 2020 leeg en dreigen nu de dupe te worden van het voornemen van de provincie om de, al drie jaar of langer niet gebruikte, natuurtoestemming in te nemen per 2026”, aldus voorzitter Wim Verhagen van de Nederlandse Federatie van Edelpelsdierenhouders. Nertsenbedrijven mogen sinds 2021 geen dieren meer houden en konden in de afgelopen jaren niet omschakelen, omdat nieuwe bedrijfsactiviteiten (nog) niet vergund zijn. „De voorgenomen
intrekking van de provincie is in strijd met de landelijke regeling waarbij nertsenbedrijven tot eind 2029 de tijd krijgen om hun bedrijf om te bouwen. Als de provincie Noord-Brabant al in 2026 de niet gebruikte natuurtoestemming inneemt, kunnen nertsenbedrijven daarna niet meer omschakelen en worden ze wederom benadeeld”, stelt Verhagen.
De nertsenhouders vragen aan de provincie om de ongebruikte stikstofruimte voor nertsenlocaties niet in te trekken en de overgangstermijn te verlengen tot 31 december 2029. „Dit sluit aan bij het landelijke overheidsbeleid voor de nertsenhouderij.”
Tekst: Bas Lageschaar
Bas Lageschaar groeide op tussen de weilanden in de Achterhoek. Daardoor had hij altijd al belangstelling voor de agrarische sector. Voor Agrio zit hij in de redactie politiek en beleid. Bas volgt het laatste (regionale) nieuws op de voet en schrijft voor de regionale websites en verschillende printuitgaven.
Beeld: Provincie Brabant
Bron: Provincie Brabant