Column: Meevaller voor Wiersma door Greenpeace-uitspraak
Een rechter kijkt naar hoe een wet nu in elkaar steekt en weegt vervolgens af wat tussen twee partijen in geschil is. Het is dus niet raar dat de rechters in een aangespannen bodemprocedure tegen de Staat, Greenpeace op een aantal punten gelijk gaf. In de wet staat nu eenmaal dat de stikstofdepositie in 2030 in 50 procent van de stikstofgevoelige natuur onder de kritische depositiewaarde (KDW) moet liggen. En het is ook geen verrassing dat de rechtbank kritiek uitte op de Staat, doordat er nog niets in de plaats is gekomen voor het NPLG. De rechters vinden dat er een schepje bovenop had gemoeten in plaats van beleid schrappen.
De uitspraak leest vooral als een dwingende boodschap om als Staat de eigen wet- en regelgeving serieus te nemen. De noodzaak om de stikstofdepositie op natuur terug te dringen, blijkt ook al uit andere rechtszaken. Dus die urgentie wordt wel gevoeld in Den Haag. De tijd van naar achteren schuiven en achterover leunen was al voorbij.
Hoge inzet Greenpeace
De rechters gaven Greenpeace dus gelijk op dat punt. Dan is de vraag waar de rechters de regering toe dwingt. En dan valt het mee. Ik denk zelf dat de regering haar handen mag dichtknijpen met deze uitspraak. Want in 2025 moest de stikstofreductie al op 40 procent van de stikstofgevoelige gebieden onder de KDW zitten. Die eis is door deze uitspraak komen te vervallen. Het RIVM legde tijdens de rechtszitting uit dat de doelen voor 2025 onhaalbaar zijn. Greenpeace wilde zelfs nog een aanscherping op die doelen, door prioriteit te leggen bij het beleid bij de meest kwetsbare natuurgebieden. Volgens het RIVM zou dat betekenen dat alle uitstoot in Nederland moet stoppen en de uitstoot in het buitenland met 70 procent moet afnemen.
Bedankje sturen
Dat ging de rechters ook veel te ver. Verder speelde de herziening van de kritische depositiewaarden in 2023 een rol. Veel waarden werden naar beneden bijgesteld, waardoor de haalbaarheid van de doelstelling uit het zicht raakte. Nederland lag op koers om die doelen te halen. Het is een beetje hetzelfde als je tijdens een wedstrijd de spelregels verandert. De rechter wees deze eis van Greenpeace af. Daarmee creëerde Greenpeace het tegenovergestelde van wat ze zelf graag had gezien. Want de druk vanuit de Tweede Kamer om die doelen dit jaar te halen is er daarmee ook van af. Daarvoor mag minister Wiersma Greenpeace wel een bedankje sturen.
KDW uit de wet
In plaats van een afrekening in 2025 gaat die volgens deze uitspraak nu plaatsvinden in 2030. In plaats van 40 procent van de stikstofgevoelige natuur onder de KDW is het dan 50 procent. Maar de regering krijgt dus ook tijd om daaraan te voldoen. Of beter gezegd: van de druk om die doelen te halen is de regering verlost, omdat er gewerkt wordt aan nieuw beleid. En dat nieuwe beleid haalt de KDW-doelstelling uit de wet. Tenminste, dat zijn de coalitiepartijen overeengekomen. Nu is nieuwe wetgeving geen sinecure, dus dat is nog best een opgave voor minister Wiersma en de rest van de ministeriële commissie. Maar met een overtal aan BBB-bewindslieden in die commissie wordt er niet eenzijdig naar de landbouw gekeken voor oplossingen.
Kwetsbare gebieden voorrang
Is het dan allemaal rozengeur en maneschijn? Nee. Greenpeace heeft wel voor elkaar gekregen dat de meest stikstofgevoelige habitattypen als eerste onder de KDW moeten worden gebracht. Dat zijn zestien habitattypen en drie leefgebieden die op de zogeheten Urgentielijst staan, zoals hoogveen, veenmosrietland en zure vennen. Die gebieden liggen verspreid door het land in Noord-Brabant, Limburg, Oost-Nederland, Drenthe en langs de binnenkant van de duinen.
De rechter was ook duidelijk dat de Staat niet mag wachten met het ontwikkelen van beleid hiervoor vanwege een hoger beroep of een andere reden. Nu kost beleid ontwikkelen in Nederland tijd, maar er komt rondom de meest kwetsbare natuur wel wat meer druk. Ook op landbouw. Dat kun je als een aanscherping zien. Maar afgezet tegen het wegvallen van de doelstelling voor 2025 een dikke meevaller voor het kabinet.