Brabant gaat minder ‘zuur kijken’

‘Kijk niet zo zuur’ was een van die drie aangenomen BBB-moties. „De titel is er natuurlijk één met een knipoog”, aldus Havermans. „Wij pleiten ervoor om bij het herstel van de natuur de focus te verleggen naar natuurherstel en niet alleen op stikstof. Stikstof is een middel voor natuurherstel en moet niet het doel zelf zijn. De provincie kan verwijzen naar wetgeving van de landelijke overheid om de doelen in Brussel te halen, maar ze kan zelf ook acties ondernemen. Bijvoorbeeld door allerlei maatregelen te nemen die de kringloop in de bodem verbeten, zoals verkalking en toevoeging van organische meststoffen.”
Doelsturing prima
De tweede motie betrof de verankering van doelsturing in het beleid. „Wij zien als BBB wel wat in doelsturing en we hebben begrepen dat de gedeputeerde al met allerlei deskundigen in gesprek zijn om daar naar te kijken”, vervolgt Havermans. „Dat is natuurlijk goed, maar dan willen wij wel graag weten hoe die gesprekken gaan, wat daar uitkomt en hoe de provincie daar vervolgens naar gaat handelen.”
Geen argument
De versterking van innovaties om het natuurherstel verder te bevorderen stond centraal in de derde motie. „Als er nooit innovaties waren geweest, hadden wij nu niet in stenen huizen gewoond en hadden wij elkaar nu niet via een mobiele telefoon kunnen bellen”, constateert Havemans nuchter. Wat hem betreft geldt dat net zo goed voor de innovaties die voor lagere stikstofemissies in de veehouderij kunnen zorgen. „Je kunt de problemen ook gaan oplossen door die innovaties naar voren te trekken. Je moet innoveren op basis van vertrouwen. Daarbij weet je niet op voorhand wat er daarbij uiteindelijk uitkomt, maar dat is in ieder geval geen argument om dan maar niets te doen.”
Dalende tendens
Daarbij is ook nog eens een sterke dalende tendens als het gaat om stikstofemissies die er sowieso al is. Havermans: „Die is sinds de jaren 90 al met bijna de helft afgenomen. In 2023 werd zelfs de laagste stikstofemissie ooit gemeten sinds de start van de meting. En dan zijn nog niet eens de bedrijven meegenomen die daarna zijn gestopt. Dankzij de Lbv en Lbv-plus regeling zullen dat er alleen nog maar meer worden, dus wij hebben er alle vertrouwen in dat dat op die manier ook al goed komt met de daling van de stikstofemissie en het herstel van de bodem. Het lijkt er daarbij op dat dat terreinbeherende organisaties (TBO’s) alleen maar op stikstof blijven focussen om subsidies te kunnen blijven binnen harken.”
Welke technieken mogelijk
De Provinciale Staten hebben ook ingestemd met de CDA-motie om de impact van het landelijke stikstofbeleid voor Brabant in kaart te brengen. ‘Dit betekent dat de provincie gaat onderzoeken welke technieken juridisch mogelijk zijn, hoe innovaties kunnen worden versneld en waar vergunningverlening soepeler kan. Ook wordt gekeken naar de gevolgen van het maatregelenpakket Schoof en wordt aangedrongen op financiële steun vanuit het Rijk voor boeren die moeten investeren. Hiermee zet Brabant een stap naar een realistischer en haalbaar stikstofbeleid.
Wanhoop en frustratie
Daarnaast maakt het CDA Noord-Brabant zich grote zorgen over de toekomst van jonge boeren en verzet zich fel tegen de intrekking van latente ruimte in de Brabantse Ontwikkelaanpak Stikstof (BOS 2.0). Statenlid Tanja van de Ven sprak recent met jonge agrariërs en trof vooral wanhoop en frustratie. „Wat is ons perspectief nog in Brabant?” vroegen zij zich af. „Zonder werkbaar beleid en vergunningverlening ontbreekt elk toekomstperspectief.”
Buitensporig getroffen
Volgens het CDA wordt de agrarische sector buitensporig hard getroffen. „De provincie erkent zelf dat het intrekken van latente ruimte geen aantoonbare stikstofdaling in Natura 2000-gebieden oplevert, maar voert de maatregel toch door om politieke redenen. Dit beleid is onbetrouwbaar en juridisch twijfelachtig,” stelt Van de Ven. „Je kunt niet zomaar privaat eigendom afnemen. De menselijke maat ontbreekt volledig.”
Buitenland lonkt
Daarnaast brengt de recente Greenpeace-uitspraak tegen de Staat nog meer onzekerheid: de stikstofdoelen voor 2030 moeten worden gehaald, anders volgen hoge boetes. „Jonge boeren kunnen zonder vergunningen niet investeren of hun bedrijf legaliseren”, waarschuwt Van de Ven. „Als deze onzekerheid blijft, lonkt het buitenland – en dat zou desastreus zijn voor onze landbouw en voedselzekerheid.”
Stoppen met intrekking
Het CDA roept de provincie op de intrekking van latente ruimte te stoppen en de deadline van 2026 te heroverwegen. „Laten we samenwerken aan échte oplossingen in plaats van een hele sector klem te zetten”, zegt Van de Ven. „Als we nu geen perspectief bieden, verliezen we een generatie voedselmakers. En dat zou Nederland zich niet moeten permitteren.”
Stallendeadline niet van tafel
Van de Ven meldt dat de stallendeadline nog niet van tafel is. „Maar ook daar blijven we op drukken. De coalitie doet nu net of zij de redder van het platteland is, doordat de stallendeadline een halfjaar is uitgesteld. Maar wat niet kan, dat kan niet. Dus daar is een boer niet mee geholpen en hij blijft met dezelfde onzekerheid zitten. De deadline van 1 juli 2024 voor pluimvee-, varkens- en geitenhouders blijft bovendien gewoon van kracht.”

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen