Bejo introduceert haar eerste TPS-aardappel
Bij de veredeling van aardappelpootgoed is een ontwikkeling gaande van land naar lab. Naast technieken als cisgenese, transgenese en CRISPR-CAS is TPS, ofwel veredeling van hybride rassen uit zaad, een baanbrekende ontwikkeling. Zeker nu grote partijen zich erop hebben gestort. Zo kondigde Solynta aan in 2018 haar eerste commerciële hybride ras te gaan vermarkten. KWS Potato liet een jaar geleden weten zich te gaan richten op hybride aardappelveredeling en vermeerdering van aardappelzaad. En ook pootgoedbedrijf HZPC gaat aan hybride aardappelen werken.
Bejo zaden is nu al zover. "Veredelaars en onderzoekers van Bejo hebben meer dan 15 jaar gewerkt aan de ontwikkeling van het eerste tetraploïde hybride aardappelras uit botanisch zaad. Oliver F1 is de afgelopen jaren getest in Nederland, in samenwerking met Nak tuinbouw en enkele telers. Het proces van zaadproductie is succesvol geweest en zaad is beschikbaar", zegt Research Director Bert Schrijver van Bejo. Het bedrijf heeft overigens meer hybrides in de ‘pijplijn’, maar die moeten eerst voldoende zijn getest voordat er kwekersrecht op wordt aangevraagd.
Voor- en nadelen
Voordelen van TPS in vergelijking met pootgoed zijn de eenvoudigere distributie, betere bewaarbaarheid en de veel geringere kans op het overbrengen van ziektes. Volgens Bejo wordt zo de basis gelegd voor een gezond begin van de teelt. Hoewel er in de proeven met Oliver F1 ook standaardrassen lagen, wil Bejo de kwaliteit van de hybride aardappel niet direct vergelijken met die uit traditioneel pootgoed.
Een knelpunt, zeker in West-Europa, is volgens Crop Manager TPS Rien van Bruchem het korte groeiseizoen. “We kunnen hier tot half mei nachtvorst krijgen. Een aardappelknol heeft wel zoveel reserve dat die dit overleeft, maar een zaadje zal afvriezen en niet weergroeien.” Dus kan na uitzaaien in de kas in de 3e week van maart de jonge aardappelplant pas na 6 tot 8 weten (1/2 mei) de grond in, wat het groeiseizoen bekort. Het uitplanten maakt het ook arbeidsintensiever.
Bejo met met Oliver F1 dan ook vooral op gebieden waar jaarrond aardappelen geteeld worden en iets meer speling zit in de lengte van het groeiseizoen. "Dit is vooral belangrijk voor kleine boerenbedrijven in Afrika, Azië en Centraal-Amerika," zegt Rien van Bruchem. De Crop Manager stelt dat in deze ontwikkelingsregio’s de lange distributietijden voor pootaardappelen vaak zeer schadelijke zijn voor de kwaliteit van het uitgangsmateriaal. “De kwaliteit van TPS tijdens het distributieproces blijft daarentegen uitstekend behouden."
Ook test in Europa
De komende jaren zal Bejo zich richten op geselecteerde markten in Afrika, Azië en Centraal-Amerika. Daar zal het bedrijf in samenwerking met lokale partners en telers proeven opzetten en meer kennis ontwikkelen. Daarnaast zal Oliver F1 worden getest in diverse landen in de EU. “Wij hebben dochterbedrijven in andere Europese landen. Daar willen we het ook testen.”
Bejo verwacht dat TPS nauwelijks invloed zal hebben op de efficiënt georganiseerde sector voor pootaardappelen in Europa. Mogelijk wel over 20 jaar? “Dat is koffiedik kijken. Op dit moment heeft het geen effect. Bovendien staat we nu pas aan het begin. We hebben met Oliver F1 een hybride ras, maar dat moet nog wel in de markt gezet worden.”
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Bejo