

Melkveehouder kiest voor natuur en rendement
‘Aan het kopen van grond zit altijd een kostenplaatje’

Toen tegenover de boerderij van de familie Van Odijk 2 hectare grond te koop kwam, zag de melkveehouder het wel zitten om die bij zijn bedrijf te voegen. De percelen liggen in weidevogelgebied het Rijswijkse Veld, maar zijn altijd gangbaar gebruikt. Geert van Odijk: „Ik heb eraan gedacht om het perceel vlak te schuiven en daarna klaar te maken voor grasoogst.” Maar omdat het in een weidevogelgebied ligt, ging Van Odijk op onderzoek uit. ‘Kan het financieel uit om de percelen om te zetten naar agrarisch natuurbeheer ten behoeve van de weidevogels in het gebied?’, vroeg hij zich af.
Hij gaat om tafel met een gebiedscoördinator van Collectief Rivierenland. Aan de keukentafel richten ze de helft van de 2 hectare in met extensief beweiden. Op de andere helft komt greppel-plasdras en kruidenrijk grasland. Tot slot tekenen ze nog een botanisch waardevolle hooilandrand in. „Dat zou zo’n 2.300 euro per hectare per jaar opleveren. Aan het kopen van een perceel zit altijd een financieel plaatje. Het is op deze manier voor mij financieel interessant én ik kan bijdragen aan het weidevogelgebied. Ik vind het mooi om in een vogelrijke omgeving te boeren. Dat realiseer ik me heel sterk terwijl ik hier woon en werk.”
‘Aan de voorkant van de boerderij is ruimte voor agrarisch natuurbeheer; de rest is nodig voor beweiden’
Hooien en lammeren
Het kruidenrijke gras mag Van Odijk maaien; hij maakt er ronde balen van. Het gaat voor een groot deel naar wat pony’s die op het erf staan. Ook voeren ze nog wat bij aan de kalveren en soms mengt Van Odijk een baal beheersgras met het rantsoen van de melkkoeien.
Ook de zonen van Geert van Odijk zijn blij met het agrarische natuurbeheer. Op het perceel met extensief beweiden houden ze in het voorjaar schapen die aflammeren vertelt Van Odijk. „In het voorjaar zetten ze regelmatig een hoge ladder neer zodat ze samen vanaf de zijkant van het perceel de schapen en lammetjes in de gaten kunnen houden. Net alsof ze de badmeesters zijn”, lacht Van Odijk. Ook fietsers die langskomen vinden dat een mooi spektakel om te bekijken.
Gelijk effect
Weidevogelvrijwilliger Harrie Noordhuis zag gelijk effect van de nieuwe plasdras toen deze begin 2023 klaar was. „De plasdras heeft het gebied echt een boost gegeven in deze hoek. Dat gebeurde vrijwel meteen. We zien nu veel meer vogels foerageren in dit deel van het gebied.” Hij en andere vrijwilligers zien veel verschillende soorten op de plasdras afkomen. Zoals de scholekster, grutto, tureluur, kievit, wulpen, gele kwikstaart en ook de ijsvogel wordt gezien. Het plasdras-gebied kwam precies op tijd. „Bij een talud in de buurt van de andere plasdras in het gebied zat dat jaar een vossenburcht. Nu konden vogels nog uitwijken naar het plasdrasgebied van Geert.”
Aan de rand van de plasdras staat een broedpaal voor de scholekster. Noordhuis: „Die hebben we gekregen dankzij sponsoring. De paal wordt al gezocht, nog niet bebroed.”
Hart voor vogels
Noordhuis is al sinds 2006 vrijwilliger in het gebied en heeft goed contact met Van Odijk. Zo goed zelfs dat ze elkaar persoonlijk appen gedurende het seizoen. Aan het begin van het seizoen nodigt Van Odijk de vrijwilligers ook altijd uit om even samen koffie te drinken. Van Odijk: „Die vrijwilligers hebben zo’n hart voor de vogels. De groep is heel erg betrokken en dat is mooi.”
Nu het weidevogelseizoen weer aan de horizon gloort, beginnen ook de weidevogelvrijwilligers weer met hun voorbereidingen. In het voorjaar checken ze altijd eerst de maïsakkers vertelt Noordhuis. „Dat zijn de percelen waar het eerst de werkzaamheden starten. Maar als er niks op de percelen gaat gebeuren, hoeven we er ook niet te zijn en vogels te verstoren. Geert laat het ons weten wanneer hij landwerkzaamheden gaat doen zodat wij nesten kunnen zoeken en nestpannen kunnen leggen.”
Pomp bij plasdras
Op 14 februari is de pomp bij de plasdras neergezet, om hem weer te voorzien van voldoende water. Noordhuis: „Het is een greppel-plasdras. Zo’n grote plas water is niet nodig voor vogels. Als er maar enkele plekken wat natter zijn. Daarnaast heb je bij zo’n greppel-plasdras niet veel water nodig om toch wat natte plekke te creëren in het land.” Van 1 maart tot 1 juli moet er water in de greppel-plasdras staan. De Vereniging Agrarisch Natuur- en Landschapbeheer Tieler- en Culemborger Waarden regelt dat er voldoende water staat. Deze vereniging zorgt ook voor het neerzetten en weghalen van de pomp.
Van Odijk heeft nu 5 hectare land in natuurbeheer en op 12 hectare huiskavel heeft hij legselbeheer. „Aan de voorkant van de boerderij is ruimte voor agrarisch natuurbeheer. De rest van de hectares heb ik nodig voor het beweiden van mijn vee en de oogst van ruwvoer. Mijn geld verdien ik met mijn koeien.”
VOF Van Odijk
Geert van Odijk runt samen met zijn ouders Klaas en Hanny een melkveehouderij in Zoelen (GD). Ze houden 180 zwart- en roodbonte Holstein-melkkoeien en bijbehorend jongvee op zware klei. De productie van de melkkoeien zit op 9.100 kilogram melk per jaar met 4,24 vet en 3,61 eiwit. Melk wordt geleverd aan Leerdammer.
Het bedrijf heeft 115 hectare in gebruik waarvan 75 hectare huiskavel. Daar weidt Van Odijk in het seizoen dag en nacht zijn melkkoeien. Afgelopen jaar haalde hij 4.300 weide-uren in 223 dagen. Sinds 2023 heeft hij 2 hectare grond met agrarisch natuurbeheer in weidevogelgebied het Rijswijkse Veld.
De inrichting van het gebied met plasdras kwam begin 2023 gereed.