Droogte: Cosun past leveringsverplichtingen aan

De aanhoudende droogte heeft ook flinke effecten op de bietenpercelen. Bietentelers maken zich daar logischerwijs zorgen over weet Cosun. Ze signaleert steeds groter wordende verschillen tussen de percelen. Voorzover mogelijk beregenen sommige telers hun bieten. Sommige telers geven bij het beregenen voorrang aan gewassen waar de effecten nog groter zijn.

Moeilijke schatting

Cosun durft het momenteel nog niet aan om een exacte schatting te geven van het effect van de huidige situatie op de opbrengst en de totale bietenoogst. Consequentie is wel dat de campagne iets later zal aanvangen. De exacte planning maakt Cosun rond half augustus bekend.

Leveringsverplichtingen

Cosun kondigt aan om soepel te zullen omgaan met de leveringsverplichtingen. Ze gaat daartoe de bestaande procedure voor (gedeeltelijke) ontheffing van leveringsplicht aanpassen. Hierover zullen de telers binnenkort worden geïnformeerd. Voor Cosun geldt een minimum leveringsplicht. De Raad van Beheer stelt deze jaarlijks vast in de algemene voorwaarden behorende bij de leveringsovereenkomst. De leveringsplicht bedraagt 85 procent van de leveringsbewijzen. Een leveringsbewijs is goed voor 1.000 kg bieten. Een teler dient dus voor elk leverbewijs minimaal 850 kilogram bieten te leveren. Door de aanhoudende droogte zullen veel telers deze leveringsverplichting niet halen. Over de aanpassingen van deze 85 procent neemt de ledenraad binnenkort een besluit.

Nieuwe veredelingstechnieken

Cosun zegt verder dat ze zeer teleurgesteld is over de uitspraak van het Europese Hof dat nieuwe veredelingstechnieken, zoals Crispr-Cas9, onder de huidige regels voor genetische modificatie moeten vallen. Volgens Cosun kunnen juist deze nieuwe technieken een verdere verduurzaming van de landbouw, en ook de bietenteelt, mogelijk maken. Nu de voorwaarden hiervoor zeer streng en tijdrovend zijn zullen deze technieken vertraagd worden of mogelijk helemaal niet ontwikkeld worden in Europa. De bietencoöperatie vindt het frustrerend om waar te nemen dat enerzijds besloten wordt tot beperking van inzet van gewasbeschermingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld de neonicotinoïden, en anderzijds nieuwe technieken om gewassen weerbaarder te maken onvoldoende ruimte krijgen van de overheid.