Nooit meer oorlog, nooit meer honger
Column: Is het tijd voor een agrarische dienstplicht?
De titel van dit stuk spookt al tijden door mijn hoofd. Het is een uitspraak van iemand van vroeger, maar ik wist niet van wie. Geitenboer Frank sprak deze woorden ook tijdens een uitzending van Yvon Jaspers' 'Onze Boerderij', maar het alwetende internet vertelde me dat het de woorden zijn van Sicco Mansholt. Na de Tweede Wereldoorlog maakte hij als minister van Voedselvoorziening de landbouw zó productief en efficiënt, dat al gauw niemand zich zorgen hoefde te maken over genoeg en goed eten. Doel bereikt. We hebben ons de luxe verschaft om onszelf te kunnen distantiëren van ons voedsel en de productie ervan, zodat we ons konden richten op andere dingen die ons vanaf dat moment belangrijker leken.
We namen letterlijk afstand van de voedselproductie, want de koelkast bleef toch wel gevuld
We konden ons ook richten op andere ambities. Het was als boerenzoon of –dochter niet meer vanzelfsprekend dat je de boerderij van je ouders ging overnemen. Je kon naar de grote stad en daar carrière maken voor 40 uur per week of minder, en er nog beter aan verdienen ook. We namen letterlijk afstand van voedselproductie, want de koelkast bleef toch wel gevuld. Voor steeds meer mensen is dat het toekomstbeeld, want in de stad is het te doen. Niet meer op het platteland, want daar is het internet trager. En naarmate meer (jonge) mensen daar wegtrekken, wordt het plattelandsleven steeds minder een optie. Als je daar überhaupt nog woont. Vergrijzing van het platteland en complete vervreemding van onze voedselproductie, omdat we dat nooit meer live meemaken.
Maar hoe vanzelfsprekend is voedsel nog? Hoe vanzelfsprekend is vrede nog? Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer gelijkenissen er lijken te zijn tussen vrijheid en voedselzekerheid. Volgens mij is dat tweede nog wel belangrijker. De kans is groot dat je de oorlog overleeft, zolang je maar eten hebt. Maar een hongersnood in vrede overleeft niemand, al is het maar omdat hongersnood vanzelf oorlog tot gevolg heeft; iets wat Tweede Kamerlid Jaco Geurts, tevens landbouwwoordvoerder van het CDA, me op het hart drukte toen ik zei dat ik wel eens vragen krijg als ‘Waarom moeten we eigenlijk nog landbouw hebben in Nederland?’.
Groot-Brittannië stevent af op een ongekende voedselcrisis waar ze niet op zijn voorbereid
In Groot-Brittannië komen ze er momenteel heel gauw achter hoe niet-vanzelfsprekend voedsel is. Dat land importeert een derde van haar voedsel uit de EU, maar stevent af op een ongekende voedselcrisis, nu zij niet tot een handelsakkoord dreigen te komen met de EU. Mocht dat scenario uitkomen, dan kan nauwelijks voedsel van buitenaf het land in, raken de schappen leeg en stijgen de voedselprijzen gigantisch. Vooraanstaande academici spreken over ontwrichtende gevolgen voor de samenleving en het leger staat paraat om te zorgen dat voedsel op de benodigde plaatsen terecht komt. Dit alles komt toch akelig dichtbij en hadden we drie jaar geleden nooit zien aankomen.
Ik heb me gelukkig nog nooit écht zorgen hoeven maken om mijn vrijheid of om oorlog, en weet er dan ook nauwelijks iets van af. Ik ken de oorlog van films en van games, zoals anderen de voedselproductie kennen van Boer zkt. Vrouw en hun AH moestuintje op de vensterbank. Ik weet dat er in het Midden-Oosten Nederlandse soldaten bezig zijn, maar ik weet niet goed wat ze doen. Net zoals dat de ‘Randstadter’ weet dat er in ons eigen Oosten boeren zijn die voedsel maken, maar niet goed weet hoe. Ondertussen nemen we vrijheid en voedselveiligheid voor lief.
Zou er in het kader van voedselzekerheid een agrarische dienstplicht moeten zijn?
Vroeger had vrijwel iedereen wel een familielid, vriend, buurman of klasgenoot die op een boerderij woonde. Vroeger kende vrijwel iedereen ook wel iemand die in het leger heeft gezeten vanwege de militaire dienstplicht. Beide vliegers gaan niet meer op vandaag de dag. Ik heb me wel eens afgevraagd wat ik zou doen als de militaire dienstplicht weer werd ingevoerd. Maar ik zou die plicht vervullen, al was het maar symbolisch, omdat ik het belangrijk vind om te ervaren wat anderen ervoor over hebben om mijn vrijheid te beschermen.
Zou er om diezelfde reden in het kader van voedselzekerheid ook geen agrarische dienstplicht moeten zijn? Met eigen ogen zien en ervaren wat Nederlandse boeren doen om ervoor te zorgen dat jij en je familie geen honger hoeven te hebben. Jezelf afvragen of de prijs die jij betaalt voor je voedsel wel de juiste is. Sterker nog, geef mensen de kans om uitgezonden te worden naar het platteland in andere landen. Landen waar ze het niet zo nauw nemen met dierwelzijn en milieuvriendelijkheid, omdat eerst de eigen voedselbehoefte vervuld moet worden. Landen waar onze legbatterijen naartoe zijn gegaan, zodat ze daar nóg goedkoper de eieren kunnen produceren die worden gebruikt in lekker goedkope eiersalades. Zodat mensen bij het schap kunnen grinniken en afvragen welke sukkels er nou een euro extra zouden betalen voor ogenschijnlijk dezelfde eiersalade. Om vervolgens bij thuiskomst Facebook te bevuilen met hun zogenaamde gezondheidsklachten die zogenaamd worden veroorzaakt door een kippenstal, vijf kilometer verderop. Die mensen verdienen wat mij betreft een flinke portie relativering tijdens hun agrarische dienstplicht.
We zijn als boeren op zoek naar waarden die landen bij de consument, de samenleving
Waar het om gaat is dat we het gevoel voor waarde zijn kwijtgeraakt als het gaat om voedsel. Op mijn meest pessimistische dagen vrees ik dat een gigantische voedselcrisis, zoals die waar Groot-Brittannië op afstevent, het enige is wat ons nog die waarde kan laten inzien. Maar het spreekt voor zich dat je dat écht niet moet willen. Ik heb er vertrouwen in dat een dergelijke voedselcrisis zich voorlopig niet in Nederland zal voordoen. We zijn als boeren wel op zoek naar (nieuwe) waarden die landen bij de consument en de samenleving, en dat is ook heel hard nodig. Die waarden waren in de tijd van Sicco Mansholt heel duidelijk: er was honger en alleen voedsel kan dat oplossen, dus produceren met die hap. Dat basale gevoel van honger komt heel dichtbij; je voelt het, het doet pijn en het komt heel dichtbij je eigen voortbestaan. Het wakkert een overlevingsdrang aan waarin 'niks doen' al heel gauw geen oplossing is. In die zin is het klimaatvraagstuk waar we als maatschappij mee te maken hebben, een stuk vager en uitdagender.
Nu de waarde van voedsel niet meer evident is, moeten we weer op zoek naar waarden die op een andere manier weer laten inzien hoe belangrijk goed voedsel is, en waarden die misschien die kernwaarde weer bekrachtigen. In de eerste plaats om te voorkomen dat er bij ons een (voedsel)crisis uitbreekt, en dat áls die uitbreekt wij die ook kunnen opvangen en ons geen zorgen hoeven te maken om de productie van voedsel. Maar ook om weer te beseffen dat voedsel, net als vrede, niet vanzelfsprekend is.