Waterschapslasten voor Zuid-Limburgse boeren stijgt 55%
Waterschap Limburg (WL) wil de waterschapsheffing 2019 voor onbebouwde percelen met 20 procent verhogen. In eerste instantie ging het dagelijks bestuurd (DB) uit van een verhoging van 7 procent. Op 9 november deed de Hoge Raad (HR) een uitspraak die een gat van 700.000 euro in de begroting over 2019 slaat. De uitspraak handelt over de tariefdifferentiatie voor verharde openbare wegen bij de waterschapsheffing. De waterschappen vinden dat het het fors hogere tarief ook van toepassing is op op de onverharde bermen langs de wegen. De provincie was het daarmee niet eens en vond dat het hogere tarief alleen kan worden toegepast op de verharde gedeelten van de openbare weg.
De HR oordeelt nu dat het hogere tarief alleen mag worden toegepast op het verharde gedeelte van de openbare weg en dus niet op de onverharde bermen, zoals voorheen. In Limburg betalen de gemeenten, provincie en RWS voor hun wegen, bovenop het tarief voor onbebouwd, een toeslag van 400 procent. Nu deze opslag niet meer voor de onverharde bermen mag worden berekend zit WL nu met een gat van 700.000 euro in haar begroting van 2019. Het DB vindt dat door de andere onbebouwde percelen moet worden gecompenseerd. Dit financiële gat mag niet door een hoger tarief van de bebouwde percelen in Limburg worden opgehoest.
Uitspraak Hoge Raad
In eerste instantie zouden de tarieven onbebouwd met 7 procent stijgen. Door de uitspraak van de HR wordt dit maar liefst 20 procent. Zet het WL de verhoging met 20 procent voor onbebouwde percelen door, dan zien de boeren uit het voormalig Waterschap Roer en Overmaas (WRO) gebied, de waterschapslasten in krap drie jaar stijgen met maar liefst 55 procent. In 2016 bedroeg het WRO tarief onbebouwd 26,90 euro/ha.
Door de fusie van de twee waterschappen tot WL kregen de boeren uit het WRO werkgebied over 2017 een tariefsverhoging van 19 procent van het tarief onbebouwd voor hun kiezen. Het tarief steeg van 26,90 euro/ha in 2016 naar 32,01 euro/ha in 2017. In 2018 werden ze geconfronteerd met een verhoging van 8,4 procent tot 34,69 euro/ha. Nu wil het WL de boeren in 2019 opzadelen met een tarief van 41,68 euro/ha. Ten opzichte van 2016 is dit een stijging van maar liefst 55 procent. Door deze voorgestelde verhoging komen de boeren/grondeigenaren uit Noord-Limburg weer op het niveau terecht van vóór de fusie. Om de tarieven gelijk te trekken kregen zij in 2017 een meevaller in de vorm van een tariefsverlaging.
Te gortig
Leden van het Algemeen Bestuur (AB), waaronder boeren Gaston Lemlijn uit Mheer, vinden deze verhoging te gortig. „De boeren/grondeigenaren uit het voormalig WRO-gebied (globaal ten zuiden van Roermond red.) worden zo opgezadeld met een tariefsverhoging van in totaal maar liefst 55 procent binnen drie jaar tijd! We hebben het DB verzocht alternatieven te zoeken om dit gat van 700.000 euro te dichten”, verklaart Gaston Lemlijn desgevraagd. Op de vergadering van woensdag 12 december presenteert het DB haar compensatieplannen. Dan moet ook een besluit worden genomen, aangezien de tarieven vóór 31 december moeten worden vastgesteld.