'Minstens 3 miljoen nodig voor ambitieuze fijnstof plannen'
Dat zegt leghennenhouder Hugo Bens uit het Brabantse Haps. Hij is sinds 2011 vakgroepvoorzitter pluimveehouderij bij de ZLTO en bestuurslid van de vakgroep LTO/NOP en sinds deze week voorzitter van de Regiegroep Emissiearme Pluimveehouderij. Bens richt zich binnen de vakgroep op milieuzaken.
We waren lang met de overheid in gesprek over de verlaging van fijnstof uitstoot van pluimveehouderijen. We konden ons vinden in een reductie van 40 procent in bestaande stallen en 60 procent en vinden de huidige plannen zeer ambitieus.
Verantwoordelijkheid nemen
We hadden berekend dat we minstens 3 miljoen euro van de overheid nodig zouden hebben om de plannen te realiseren. De huidige 1,6 miljoen euro is voor de komende vier jaar wellicht toereikend. Voor het gehele onderzoekspakket met dit ambitieniveau is het ontoereikend. Momenteel lopen er verschillende trajecten om technieken erkend te krijgen, zoals in de Gelderse Vallei. Maar iedere keer lopen we tegen dezelfde problemen aan; geld en regelgeving.
Lokale overheden moeten volgens Bens ook hun verantwoordelijkheid nemen. De provincie Gelderland doet het wat dat betreft heel netjes samen met gemeenten in de Gelderse Vallei door mee te denken en te financieren in het Manifest Gezonde Leefomgeving Veehouderij. Een provincie als Noord-Brabant loopt hierbij, wat dat betreft, achter.
Bens zou ook graag zien dat technieken sneller erkend worden en de erkenning een stuk goedkoper wordt. De huidige erkenning van een techniek via de Tac-Rav duurt minstens twee jaar. Dat is veel te lang. Pluimveehouders moeten veelbelovende technieken veel eerder kunnen toepassen. Bovendien kost een erkenning door de Tac-Rav erg veel geld. Vaak is een bedrijf 70.000 euro of meer kwijt. Dat is veel te duur.
Zelf meten
Om te controleren of een emissiereducerende techniek zoals een warmtewisselaar aan heeft gestaan, moet een gemeentecontroleur de data van minstens twee koppels kunnen zien in de computer van de techniek. Daar wil Bens van af. Het gaat niet of een techniek aan heeft gestaan. Het gaat om de emissie. De urentellers kunnen er daarom van af.
We willen dat er meetapparatuur komt waarmee een pluimveehouder en dus ook een controleur kan meten hoeveel de uitstoot van ammoniak, fijnstof en geur is. Dan weet je hoeveel de uitstoot nu werkelijk is en daar gaat het om. Wellicht kan een pluimveehouder met managementmaatregelen al veel doen. Dat kun je dan meten. Om te kijken of dergelijke meetapparatuur ontwikkeld kan worden, doet Wageningen Universiteit momenteel een deskstudie in opdracht van ons pluimveehouders
Twee nieuwe technieken
Daarnaast ligt er nu een onderzoeksvoorstel om de komende jaren twee nieuwe technieken ontwikkelen die pluimveehouders in nieuwe stallen kunnen toepassen om de 70 procent reductie te halen; twee voor de legsector en tweevoor de vleessector. Wat die technieken zijn kan Bens nu nog niet zeggen.