BTW op broedeieren naar 21 procent
Het kabinet heeft de BTW-landbouwregeling kritisch tegen het licht gehouden en besloten om 21 procent BTW te heffen op producten die geen voedingsmiddelen zijn. Broedeieren zijn in tegenstelling tot consumptie eieren geen voedingsmiddelen, verklaart Arjan Stals, senior belastingadviseur van ABAB Accountants en Adviseurs.
Broederijen, broedeihandelaren en andere afnemers van broedeieren moeten door de tariefsverhoging dus meer betalen voor broedeieren. In feite moeten ze alleen wat meer werkkapitaal hebben (voorfinancieren) omdat ze de BTW terug krijgen van de overheid, legt Stals uit. De meeste afnemers van broedeieren doen iedere maand aangifte en ontvangen dan na iedere maand de BTW terug. Afnemers die ieder kwartaal de BTW aangifte doen, ontvangen ieder kwartaal de BTW terug.
Minder uitbetalen
Stals sprak meerdere vleeskuikenouderdierenhouders en hoorde dat enkele afnemers minder uitbetalen voor broedeieren om het BTW nadeel teniet te doen. Afnemers van broedeieren moeten hun contracten nakomen en het hogere BTW-bedrag betalen. Een contract is rechtsgeldig en kan niet eenzijdig worden opgezegd. Afnemers, die een afnamecontract voor broedeieren hebben, mogen niet zomaar minder uitbetalen voor broedeieren door de wijziging van het BTW-tarief, ook niet als een contractprijs inclusief BTW of landbouwforfait was afgesproken.
Stals raadt vleeskuikenhouderdierenhouders, wiens afnemers niet aan de contactvoorwaarden voldoen direct in overleg te treden met hun afnemer. Een contact is rechtsgeldig. Dus is de kans groot dat je een rechtszaak hierover wint en je afnemer alsnog het verschuldigde bedrag moet uitbetalen.
Diensten ook naar 21 procent
Naast broedeieren vallen diensten aan boeren ook niet meer onder het verlaagde BTW-tarief, zoals agrarisch loonwerk of de diensten van boekhoud- en belastingadviesbureaus.