'Uitval eerste week hoofdpijndossier vermeerderingssector'
Dat zei pluimveedierenarts AndrSteentjes van het Veterinair Centrum Someren woensdag 7 maart tijdens een bijeenkomst voor opfokkers en vermeerderaars op de LIV in Venray. Samen met fokkerij organisaties moet de sector op zoek naar oplossingen om de uitval en antibioticagebruik in de eerste levensweek sterk te verlagen. Het verstrekken van antibiotica heeft zeker geen positief effect op de vleeskuikenouderdieren in het verloop van de ronde en hun nakomelingen, zegt Steentjes.
Volgens Steentjes is hiervoor maatwerk per opfokbedrijf en maatwerk per levering eendagskuikens geboden. Genetica heeft veel invloed maar daarnaast kunnen opfokkers zelf ook veel doen, volgens de dierenarts. Vertroetel de kuikens in de eerste week door ze voldoende en makkelijk bereikbaar voer en water aan te bieden. Meet de kuikentemperatuur. Zorg voor voldoende verse lucht door vanaf dag n te ventileren en los de kuikens heel voorzichtig, adviseert de pluimveedierenarts.
Wanneer alle omstandigheden in de stal perfect zijn en de uitval dan nog steeds oploopt kan een pluimveedierenarts antibiotica inzetten. Het liefst zetten we geen antibiotica in. Maar als het moet dan kunnen we de eerstekeusmiddelen tetracycline of TMPS inzetten om een E. coli infectie in de eerste week te bestrijden.
Ingrepenbesluit
Het komende ingrepenbesluit is volgens Steentjes gunstig voor de uitval in de eerste levensweek, maar ongunstig voor uitval in de loop van productieperiode. Flankbeschadiging of pikkerij kan dan tot extra uitval leiden.
Management wordt nog belangrijker volgens Steentjes. Het voorkomen van stress is een must. Zet niet meer dan 9 procent hanen op omdat meer hanen kunnen leiden tot meer beschadigingen, vooral als hanen in ontwikkeling voor lopen op hennen.
Droog en rul strooiselbed nodig
Om flankbeschadigingen te voorkomen is ook een goed verenkleed nodig, dat ook gedurende de productiefase in staat is om de hennen bij het treden door de hanen te beschermen tegen verwonding. Hierop kan invloed worden uitgeoefend door voersamenstelling, staltemperatuur, bloedluis- en wormbestrijding. Met een droog en rul strooiselbed kunnen de dieren hun natuurlijke gedrag van het stofbaden uitoefenen en dat is gunstig voor het welzijn en dus gezondheid.
Vroeger lag in de scharrelruimte bij ontvangst van de dieren een dik pak strooisel, tegenwoordig maar een klein laagje om daarmee een teveel aan grondeieren te voorkomen. Droog en rul strooisel is tevens gunstig voor de kwaliteit van de huid van de voet en daarmee wordt weer infectie met bacteri via deze porte dentr en daardoor kreupelheid voorkomen.
Blackhead
De kalkoenziekte blackhead werd de afgelopen jaren vaker bij vleeskuikenouderdieren in Nederland vastgesteld. In een aantal gevallen leidde dit tot verhoogde sterfte en lagere productie. De ziekte geeft schade voor de vleeskuikenouderdierensector in Nederland omdat er geen medicijnen tegen blackhead meer beschikbaar zijn.
Bij kalkoenen leidt blackhead tot hoge sterfte. Een bedrijf dat getroffen wordt, kan er zelfs failliet door gaan. Kippen zijn minder gevoelig voor blackhead, maar doordat er geen medicijnen meer voor de ziekte beschikbaar zijn, vormt de ziekte wel een bedreiging voor vleeskuikenouderdieren in Nederland, zegt Steentjes.
Vermeerderaars moeten er door hygiisch te werken alles aan doen de ziekte buiten de deur te houden. Voorkom insleep van wormen en wormeitjes tijdens de leegstand door deze te bestrijden, adviseerde Steentjes de aanwezige opfokkers en vermeerderaars. Aardwormen zijn bijvoorbeeld met strooizout op afstand van de stalkieren te houden. Wanneer blackhead in de toekomst echt een groot probleem wordt, moeten we hopen dat er een effectief vaccin komt, zegt Steentjes.
Weerstandsverbetering
Naast blackhead waarschuwde Steentjes de aanwezigen ook voor de insleep van Mycoplasma synoviae (Ms). Wees kritisch wanneer je hanen bij wilt plaatsen. Wanneer die Ms bij zich dragen, heb je binnen een mum van tijd je hele bedrijf besmet.
Als dierenarts streef ik naar weerstandsverbetering van de dieren. Daarom moeten factoren die leiden tot stress voorkomen worden. Maar hoe je dat doet is de vraag. Voor verbetering van de weerstand moeten de dieren voldoende gemuniseerd (beschermd) worden tegen ziekten.
Steentjes is geen voorstander van nog meer entingen. We enten een opfokhen al zo vaak. De entingen moeten wel van goede kwaliteit zijn om daarvan het gewenste effect te verkrijgen. Om dat te bereiken moet er tussen entingen een bepaalde tijd zitten. Per VB-locatie moet er volgens hem een gericht vaccinatieschema gemaakt worden afgestemd op de historie van het bedrijf en de infectiedruk in de regio.
Automatisch vaccineren
Opfok in een pluimveerijkgebied is volgens Steentjes niet per definitie nadelig voor de diergezondheid. Ik ken vermeerderaars uit de regio Someren die het liefst vleeskuikenouderdieren uit hetzelfde gebied ontvangen omdat ze in het pluimveerijke gebied al veel weerstand hebben opgebouwd.
De pluimveedierenarts hoopt op een snelle komst van (semi-)automatische entmachines. Nu enten entploegen vaak vijf dagen achter elkaar. Dat is zwaar en eentonig werk. Een misser is gauw gemaakt. Met een goed ontwikkelde (semi-)automatische entmachine moet dit werk te verlichten zijn. De ontwikkeling ervan laat volgens de pluimveedierenarts geen tientallen jaren meer op zich wachten.
ILT en pokken
Naast de genoemde bedreigingen waren er de afgelopen jaren ook uitbraken van ILT en pokken. Daar moet de sector volgens Steentjes waakzaam voor zijn. De sector heeft in het verleden ook al veel bereikt. Toen ik net in de praktijk ging waren er veel koppelproblemen met synovitis; nu tref je dat zelden meer als een koppelprobleem aan.
Dankzij een innovatie op een opfokbedrijf het gebruik van zogenaamde Hepafilters gedurende de eerste weken van de opfokperiode is het bij een klant van Steentjes gelukt om in die gevoelige periode een juveniele (jeugd) infectie met onder andere IB-virus bij opfokkuikens te voorkomen. De kans dat daarmee bij de vermeerderaar schijnleg wordt waargenomen wordt daarmee bijzonder klein gemaakt. Ook het risico van andere infecties van buitenaf op jonge leeftijd die grote gevolgen kunnen hebben voor de vermeerderaar zoals het Marekvirus en het Reo-virus wordt daarmee beperkt.
Salmonella
Voorkomen van ziekte-insleep en hygie blijft volgens de pluimveedierenarts cruciaal. De afgelopen jaren zien we ook uitbraken van hoogpathogene vogelgriep op vermeerderingsbedrijven waar heel hygiisch gewerkt wordt. Dat moet ons niet frustreren maar juist motiveren niet te verslappen in de aandacht voor hygie.
Ook bij het voorkomen van salmonella-infectie speelt hygie een sleutelrol volgens Steentjes. In de opfok- en vermeerderingssector zijn veel minder besmette koppels dan jaren geleden. Daarmee wordt de vleeskuikensector enorm geholpen: de kans op verticale overdracht vanuit de vermeerderingssector is daarmee minimaal geworden. Toch worden we daar toch nog wel eens geconfronteerd met lastig te bestrijden, hardnekkige Salmonella-infecties.