Fipronil: 'Pakstations en eiverwerkers leden ook grote schade'
Dat zegt Leon Wulms van eiverwerker Wulro Food Group uit het Limburgse Weert. De fipronilcrisis was een catastrofe voor de hele legpluimveesector. Veel leghennenhouders hebben forse emotionele en financie schade ondervonden. Pakstations en bedrijven in de eiverwerkende industrie hebben echter ook grote financie schade geleden. Hier is in de media nauwelijks aandacht voor geweest.
In de media was wel veel aandacht voor de gevolgen van de fipronilcrisis voor leghennenhouders en hun gezinnen. Doordat veel (gecontracteerde) leghennenbedrijven geblokkeerd waren, ontstond er een tekort aan eieren op pakstations en eiverwerkers en moesten ze op de vrije markt eieren kopen die 5, 6 of 7 cent duurder waren dan de door hun gecontracteerde eieren. Dat kostte ieder pakstation of eiverwerker miljoenen, vertelt Wulms. Als pakstation of eiverwerker heb je namelijk ook leveringsverplichtingen aan je afnemers, verklaart hij.
In het zuiden van Duitsland ging n pakstation failliet als gevolg van de fipronilcrisis. Wij willen net als veel collegas niet dat er nog residuen van ongewenste stoffen in eieren worden gevonden. Nooit meer. Die risicos kunnen we niet lopen. Leghennenhouders mogen van ons alleen nog erkende middelen tegen bloedluizen inzetten.
Leghennenhouders leden grootste schade
Wageningen University & Research (WUR) schatte vorig jaar november in dat de totale directe schade voor de Nederlandse eierketen als gevolg van het fipronilschandaal tussen de 65en 75 miljoen euro bedroeg. Het grootste deel daarvan, 35 tot 45 miljoen euro, komt voor rekening van de leghennenhouders. Maar ook voor de eierpakstations, eiproductenindustrie en broederijen liep de crisis behoorlijk in de papieren. Pluimvee-econoom Peter van Horne van de WUR denkt dat de schade inmiddels is opgelopen naar 85 tot 90 miljoen euro. Daar is de imagoschade niet bij meegerekend, want dat is niet in te schatten.