Rooise melkveehouder wil geen vergoeding betalen aan buren
De firma Van Genugten heeft van de gemeente Meierijstad toestemming voor een mestvergistingsinstallatie aan de Wolvensteeg pal naast de A50. Daar gaat straks de eigen mest in maar ook die van zes collega-veehouders uit de buurt. Omwonenden zouden door de mestvergisting meer stank te verduren krijgen maar daar klopt niets van, zei Van Genugten tegen de Raad van State. ‘’Ze doen net of wij iets compleet nieuws gaan doen maar we mesten al vijftig jaar’’. Volgens de veehouder wordt de geur juist minder omdat uit de huidige mestopslag biogas ontsnapt. De nieuwe silo’s zullen gesloten zijn en het biogas wordt opgevangen en als groen gas op het net gezet. ‘’De provincie verplicht elke melkveehouder zelfs om het gas op te vangen. Het hoeft alleen maar bij de provincie gemeld te worden’’, aldus de melkveehouder.
De zaak heeft een flinke voorgeschiedenis. De voormalige gemeente Sint-Oedenrode wees in 2014 de ingediende planschadeclaims af. Drie omwonenden stapten echter met succes naar de rechtbank. De gemeente Meierijstad liet de schade opnieuw taxeren en heeft zich neergelegd bij het oordeel van de taxateur. Dat komt erop neer dat een van de buren zo’n 26.500 euro krijgt en een andere buurman krijgt 16.000 euro. De derde krijgt niets. De kosten komen voor rekening van de melkveehouder omdat die daarover een overeenkomst heeft gesloten met de gemeente. De schadebedragen heeft de gemeente in oktober vorig jaar vastgelegd in een besluit.
Opmerkelijk is dat Meierijstad op de uit te keren planschadevergoedingen een korting van drie procent toegepast. Dat is een procent meer dan gebruikelijk. De gemeente heeft dat gedaan omdat het opwekken van energie uit mest steeds gewoner wordt. Iedereen die naast een melkveehouderij woont kan een mestvergistingsinstallatie verwachten, vindt de gemeente. Dat tempert de uit te keren planschadevergoedingen. De drie omwonenden zijn ook bij de Raad van State in hoger beroep gegaan. Uitspraak in alle beroepen volgt over circa zes weken.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Susan Rexwinkel Agrio archief