PVV Noord-Brabant stelt Statenvragen over knelgevallen

De PVV stelde in juni vorig jaar ook een Statenvraag over dit onderwerp. De partij deed destijds aan het college van Gedeputeerde Staten (GS) het verzoek om ‘te gaan lobbyen voor de knelgevallen in de melkveehouderij’. Gedeputeerde Staten refereerden toen in hun antwoord aan de knelgevallenregeling. ‘Het fosfaatplan bevat een knelgevallenregeling waarvoor zich ca. 800 bedrijven zich hebben aangemeld. Het Rijk is bezig met een zorgvuldige beoordeling van deze aanvragen’, aldus GS.

Volgens de PVV is hiermee geen oplossing gekomen voor de knelgevallen die net buiten de officiële kaders van de knelgevallen regeling vallen. ‘Als er geen oplossing komt voor deze knelgevallen gaan gezonde bedrijven, die ook nog eens hebben geïnvesteerd in milieu- en diervriendelijke stallen, failliet. De Nederlandse zuivelvoorziening staat op het spel, het landschap met grazende koeien gaat verloren en familiebedrijven blijven na generaties ontredderd achter’, aldus de partij.

Statenvragen

De PVV wil onder andere weten hoeveel bedrijven in Noord-Brabant als knelgeval benoemd kunnen worden. De partij vraagt zich ook af of ‘dit college de mening van de PVV deelt over dat er naar een oplossing gezocht moet worden voor álle knelgevallen en dat we deze bedrijven niet aan hun lot kunnen overlaten’.

De partij stelt verder dat ‘door steeds veranderende regelgeving en fouten van de overheid bij de verdeling van fosfaatrechten straks gezonde en milieu- en diervriendelijke gezins- en familiebedrijven ontredderd achterblijven en failliet zullen gaan’. De PVV wil weten of GS hier hetzelfde over denkt.

De PVV wil ook weten of het college bereid is om ‘een laatste lobbypoging te wagen om tot een oplossing of overgangsperiode voor knelgevallen te komen’. De PVV wil ook informatie over of het college betrokken is geweest bij het besluitvormingstraject rondom het beoordelen van de aanvragen voor de knelgevallenregeling.