Afsluiting ‘Brood en spelen’ voor vernieuwing zandgronden Brabant, Gelderland en Overijssel
Regelgeving en geld grootste struikelblokken bij 'Brood en spelen'
Zestien initiatieven (8 in Brabant, 4 in Gelderland, 4 in Overijssel) van de meer dan 90 inzendingen werden een half jaar geleden in Barneveld geselecteerd en konden elk met 25.000 euro aan de slag. In het Brabantse Provinciehuis presenteerden woensdag alle projecten zich. Daar werd ook er uitgebreid gesproken over het nut en belang van dit door Rijksbouwmeester Floris Alkemade en Rijksadviseur voor het Landschap Benno Strootman opgezette ambitieuze project over vernieuwing van het platteland in de drie provincies. ‘Brood en spelen test in het klein wat in het groot moet gebeuren’, zo was het uitgangspunt van het nu afgeronde project.
Thema's
De inzendingen vormen samen een bont palet van ideeën, plannen en initiatieven. Veel thema’s komen vaak terug; aandacht voor biodiversiteit en natuur, kleinschaligheid, educatie, nieuwe functies voor vrijkomende agrarische bebouwing (VAB), bedrijfsoverdracht, nieuwe producten en nieuwe afnemers. De huidige stand van zaken is erg verschillend; het ene project is verder dan het andere, ook al had iedereen een budget van 25.000 euro en veel steun van onder meer adviseurs van de drie betrokken provincies en andere instellingen zoals waterschappen.
Veel initiatieven merken dat ze nu tegen regels en wetgeving aanlopen van gemeenten en provincies, zo heeft Heleen Lansink (Boeren van Nederland, De Melktapperij) uit Haaksbergen gemerkt bij de inzendingen uit Overijssel en Gelderland. Zij was daarbij jurylid.
De Brabantse PvdA-gedeputeerde Erik van Merrienboer bleek het daar niet mee eens te zijn. „Regelgeving is vooral een struikelblok omdat we denken dat dat zo is, omdat we dat van te voren veronderstellen”, zo zei hij tot enige verbazing van de zaal toehoorders. Hij pleitte voor ‘meer spelen met de regels’ door de verschillende overheden. „Kijk naar onze eigen Brabantse adviseurs bij Brood en Spelen, die waren zo enthousiast, wilden dat het allemaal zou lukken en deden er alles aan.” Hij zegde toe dat niet alleen de 8 winnende Brabantse projecten op provinciale aandacht kunnen blijven rekenen, maar ook de andere indieners die niet wonnen.
Financieel struikelblok
Wel een struikelblok bij de verdere uitwerking van de 16 winnende projecten is het gebrek aan geld en investeerders. „We hebben gesproken met een commerciele bank maar die vond onze plannen voor educatie, recreatie en duurzaam wonen op het boerenerf nogal risicovol,” zo klonk het vanuit het project ‘Tuin aan de dreef’ in Zundert. En voor de ‘milieuprestatiemeter’ voor gebruik op landgoederen wordt bij het Twents Precisielandgoed een flinke investeerder gezocht die enkele tonnen wil betalen.
Vergeleken met het project in Boxtel ‘Productief Peppelland’ (om Brabants populierenhout voor woningbouw te gebruiken) is ‘Wat een eikels in het Twentse landschap’ (stimuleren van het gebruik van de eik en eikel) al wat verder. In het Bossche provinciehuis konden namelijk al eikelkoekjes en eikelcake geproefd worden.
Louise Fresco, voorzitter van de raad van bestuur van Wageningen UR, waarschuwde voor 'te veel nostalgie en hunkering naar een romantisch verleden dat er waarschijnlijk nooit is geweest'. „Bij veel projecten van Brood en spelen zie je aandacht voor het kleinschalige en de lokale kringloop. Het idee daarachter is dat dat beter is. Ik zie dat toch wat anders. Groot- of kleinschalig is minder belangrijk dan een efficiënte werkwijze die voor een inkomen voor het boerengezin kan zorgen. En voor goed en betaalbaar voedsel, niet alleen voor de wijn slurpende grachtengordelbewoners maar ook voor de mensen in de achterstandswijken.”
Fresco had veel meer initiatieven verwacht met aandacht voor technologie. „Eigenlijk dacht ik dat bij de ingediende plannen vorig jaar bij Brood en spelen de drones me om de oren zouden vliegen. Nu zie ik veel aandacht voor nostalgie, voor knuffelbaarheid. Toch is ook op de langere termijn de technologie een zeer belangrijke factor, naast landschap, schoon water, de toekomst van jongeren. Niet alleen om het boerenbestaan te verbeteren, denk maar hoe de melkrobot het zware werk van de boer makkelijker heeft gemaakt, maar ook omdat die technologie zoveel nieuwe mogelijkheden zal bieden. Denk aan allerlei sensoren en apps waarmee je aan tafel precies kunt zien van welke boerderij een product vandaan komt. Dan hoef je het niet meer bij die boer op te halen maar weet je wel precies waar het vandaan komt.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Lauk Bouhuijzen