Wel of geen overcapaciteit aan mestverwerking in Brabant?

Onlangs stelde de Raad van State (RvS) de provincie in het gelijk in de door haar aangespannen procedure tegen de voormalige gemeente Aalburg. Aalburg verleende eerder een vergunning aan het loonbedrijf Kasteel Meeuwen, voor de realisatie van een mestverwerker, met een capaciteit van 120.000 ton mest, aan de Kasteellaan. GS betoogde bij de RvS dat de realisatie van meer mestverwerkers de provincie zou opzadelen met meer milieu-, verkeers-, en gezondheidsproblemen. Verder verwees de provincie naar de Verordening Ruimte. Deze verordening verbiedt de komst van nieuwe mestverwerkingsinstallaties naar het buitengebied. Hoofdreden van de RvS om de provincie Brabant in het gelijk te stellen, betreft de door GS geschetste overcapaciteit aan mestverwerking in Brabant. In dat kader vindt Lokaal Brabant het vreemd dat GS de gemeente Oss terugmept in het MACE-dossier. De provincie juicht de komst van MACE naar Oss juist toe.

MACE

MACE is de geplande grootschalige mestverwerking van de Mineralen Afzet Coöperatie Elsendorp (MACE) en OOC terminals. Deze twee partijen willen op het T2 terrein van OOC terminals aan de Merwedestraat te Oss een mestverwerkingsfabriek realiseren voor de opwerking van 500.000 ton drijfmest naar hoogwaardige, organische meststoffen. Door een aanpassing van het bestemmingsplan besloot de gemeenteraad van Oss de komst van deze mestverwerker tegen te houden. Afgelopen jaar maakte GS deze aanpassing ongedaan middels een zogeheten reactieve aanwijzing. Door deze provinciale actie vervalt het verbod op mestbewerking op dit bedrijventerrein.

Blij

Lokaal Brabant dacht dat de provincie blij zou zijn met het oordeel van RvS en het eerdere besluit van de gemeente Oss. Daarbij wijst Lokaal Brabant naar de argumenten die de provincie in de zaak Kasteel Meeuwen inbracht. Er zou immers sprake zijn van een overschot aan mestverwerking in Brabant. Jan Ockers zegt deze handelswijze van de provincie niet te begrijpen. Hij ziet geen consistent beleid. Daarom wil hij nu van GS vernemen hoe de vork daadwerkelijk in de steel zit. Zo wil hij weten of er in Brabant nu wel of geen behoefte is aan grootschalige mestverwerking en hoe dit strookt met de aanvragen voor Kasteel Meeuwen en MACE. Ook vraagt hij zich af of hier mogelijk sprake is van willekeur en/of er bepaalde toezeggingen zijn gedaan. Tenslotte vraagt Ockers of GS eventueel bereid is de besluiten te heroverwegen.