'Diversiteit landbouw onmisbaar voor Brabant - maar zonder megastallen'
Het debat tussen de lijsttrekkers van de verschillende partijen was georganiseerd rondom het Brabants Mozaïek. Dat is het manifest waarin verschillende Brabantse organisaties, waaronder ZLTO, de verschillende waterschappen, maar ook partijen als de Brabantse MilieuFederatie en Brabants Landschap, samen een visie hebben neergelegd over de aanpak van het Brabantse buitengebied. Een van de thema’s in de visie is de diversiteit van de landbouw, naast waarden als natuur, energie en klimaat.
Een belangrijk discussiepunt was dan ook dat de landbouw, in al haar diversiteit, onmisbaar is voor het Brabantse mozaïek. De meeste deelnemers onderschreven deze stelling - enkel PvdD-kopvrouw Paranka Suminski wees het af. De intensieve veehouderij heeft volgens haar geen plaats in de provincie. „Wij willen meer boeren, maar minder dieren”, stelde zij. Wat al die extra boeren dan moeten doen, vertelde ze er niet bij.
Afschaffing megastallen
In de discussie die volgde, bleken de meeste partijen toch minder eensgezind over de stelling. PVV’er Michael Boon schaarde zich al snel aan de zijde van Suminski en pleitte ook voor afschaffing van de megastallen, en ook Hagar Roijakkers van GroenLinks vond de verhoudingen zoek. „We moeten biologisch voedsel importeren en tegelijk exporteren megabedrijven het grootste deel van hun productie”, klaagde ze.
CDA-lijsttrekker Marianne van der Sloot ging niet mee in dit verhaal. „We moeten wel de slag naar een meer duurzame landbouw maken”, vertelde ze, „maar niet op zo’n manier dat boeren meer moeten investeren dan ze kunnen opbrengen”. Doelend op de versnelling van de transitie duurzame veehouderij hekelde de ‘onrealistische beleidsmaatregelen’ van de huidige Statencoalitie en stelde dat de provincie boeren moet helpen om die duurzaamheidsslag te bereiken. Volgens haar willen boeren wel mee in de transitie naar een duurzame landbouw, maar daarbij willen ze wel zekerheid voor hun bedrijf.
Boon concludeerde dat het CDA de transitie „die megabedrijven vooruit heeft geholpen en familiebedrijven de kop kost”, dus niet gaat terugdraaien. „Leest u ons programma maar”, riposteerde Van der Sloot. De ‘onrealistische kanten’ van dit beleid wil ze zeker wel de rug toekeren.
De coalitiepartijen waren niet uitgenodigd voor dit deel van het debat. Na afloop verklaarde VVD’er Martijn Gruijthuizen echter nog steeds achter de beslissingen van de coalitie te staan. „We erkennen de urgentie van de opgave”, vertelde hij, „en het besluit om de transitie te versnellen was noodzakelijk.” Wel moet het beleid goed worden uitgevoerd, vindt hij, en moeten er geen nieuwe maatregelen op de huidige worden gestapeld. „Maar ondernemers moeten het, met flankerend beleid van de provincie, onder de huidige regels kunnen redden”, stelde hij, „en dan maakt het niet uit of het een familiebedrijf of een groot bedrijf is.”
Visie opgepakt
ZLTO-voorman Hans Huijbers had het debat argwanend gevolgd. „90 procent van de tijd is besteed aan biologische landbouw en boeren die voor niches produceren”, hield hij de lijsttrekkers voor, „maar negentig procent van de verdiensten van de sector komt van bedrijven die produceren voor de export en in concepten.”
Maar hij was tevreden dat de partijen de visie van het Brabants Mozaïek hadden opgepakt. „Dat manifest heeft veel energie gekost”, vertelde hij. „Maar de winst is dat ook de natuurpartijen die hieraan hebben meegewerkt, erkennen dat intensieve veehouderij een inherent onderdeel van het Brabantse landschap is.”
De brede samenstelling van de mozaïekpartners geeft het manifest een sterke politieke lading. „Het wordt voor de politiek moeilijk om nee te zeggen tegen deze samen optrekkende organisaties”, vond PVDA-kopman Martijn de Kort. Hij waarschuwde wel dat de visie nog heel algemeen is. „Het wordt spannend of de partners de eenheid kunnen bewaren als de maatregelen concreet worden.”