‘Crisis zorgde voor scheefgroei waterschapslasten ongebouwd’
Waterschappen werken, net als de Provinciale Staten, toe naar de verkiezingen op 20 maart. Voor boeren zijn de waterschapverkiezingen belangrijk. Stal & Akker legde de waterschaps- en politieke partijen de afgelopen weken stellingen voor over aan landbouw gerelateerde onderwerpen. De stellingen zijn verdeeld in de categorieën; kosten, bestuur, natuur versus landbouw, waterkwaliteit, blauwe diensten en bodemdaling. De uitslagen daarvan volgen in een serie van artikelen.
Dit artikel gaat over waterschap: Brabantse Delta
Kosten
Zowel West-Brabant Waterbreed (WBW) als Ons Water vinden dat er een scheve verhouding is ontstaan bij tussen de verschillende categorieën als het gaat om waterschapslasten. Volgens Ons Water zijn er nu ‘storende elementen’ die nadelig uitpakken voor ongebouwd. Volgens WBW komt dat doordat er tijdens de crisis de prijzen voor ontroerend goed daalden en de waarde van landbouwgrond stegen, waardoor er scheefgroei is ontstaan. Volgen de partij komt dit weer goed nu de prijzen voor huizen en bedrijfsgebouwen weer stijgen.
Bestuur
Geborgde zetels mogen van beide partijen in het waterschapsbestuur blijven. Volgens WBW neemt de kennis van de landbouw en het buitengebied af bij diverse politieke partijen. WBW vindt dat het van groot belang dat het buitengebied goed vertegenwoordigd blijft in het bestuur van de waterschappen. De geborgde zetels dragen daar volgens de partij aan bij. De waterschapspartij is iets kritischer over de inmenging van de politiek in het bestuur. Volgens WBW hebben robuuste dijken, goede zuiveringen en schoon water geen politieke kleur.
Ons Water geeft aan dat de geborgde zetels de afgelopen 10 jaar al sterk verminderd zijn. Volgens de partij hebben boeren een grote belang en dat mag in het bestuur tot uitdrukking blijven komen.
Natuur versus landbouw
Bij de afweging over waar het water heen gaat, moet er volgens WBW gekeken worden naar de economische waarde van het grondgebruik. Volgens de partij zijn boeren afhankelijk van goed waterbeheer en krijgen zij daarom voorrang op de natuur. Volgens de partij kunnen meestal beide belangen gediend worden, bijvoorbeeld door natuur multifunctioneel in te zetten. Wat Ons Water betreft blijft het altijd belangen afwegen. Nuanceringen en maatwerk blijft volgens de partij nodig. De partij wil het liefst dat er per geval om een afweging moet gaan.
Waterkwaliteit
De normen om de waterkwaliteit te garanderen, hoeven niet verder aangescherpt te worden. Tenminste, dat zegt WBW. De groep wil wel dat de kleine groep die de regels overtreedt, strenger moet worden aangepakt. De partij legt daarnaast prioriteit bij een toekomstbestendig zoetwatersysteem. Het liefst doet WBW dat met het realiseren van nieuwe inlaatmogelijkheden vanuit de rivieren. Het verzilten van het Volkerak Zoommeer past daar volgens de partij niet bij.
Ons Water zegt dat het waterschap niet altijd voor voldoende zoet water kan zorgen. Verder geeft de partij aan dat de landbouw veel doet om het Kader Richtlijn Water te halen, maar dat het doel te groot en niet realistisch is. Maar, zo zegt Ons Water, daarbij moet iemand die de boel belazerd worden gestraft, en niet de hele bedrijfstak.
Blauwe diensten
Boeren die blauwe diensten verrichten, zoals waterberging, moeten volledig gecompenseerd als zij daar schade aan ondervinden. Dat staat volgens de partijen wel los van waterschapslasten, dus een vrijstelling voor waterschapsbelasting hoort daar niet bij. WBW geeft aan dat de gronden voor waterberging juist moeten worden aangelegd en dat dat vaak niet de gronden zijn die voor landbouw worden gebruikt. Ons Water geeft aan dat boeren gecompenseerd moeten worden zowel in de exploitatie als bij vermogensschades.