Agrea: extra alert op vroege luizendruk en dwergvergelingsvirus
Vooral bij langdurige zachte weersomstandigheden is het zaak de bladluisaantastingen op graanpercelen te volgen. Bij de aanwezigheid van luizen in wintertarwe adviseert Agrea Teppeki 0,14 kg/ha in te zetten. Teppeki heeft echter geen toelating in wintergerst. Bij aanwezigheid van luizen in wintergerst is het advies van Agrea de inzet van Decis EC 0,25 l/ha of Sumicidin Super 0,2 l/ha.
Symptomen dwergvergeling
Percelen waarop dwergvergeling voorkomt worden gekarakteriseerd door een heel onregelmatige stand van het gewas. In wintergerst en wintertarwe kunnen in de herfst of de winter reeds haarden van de ziekte worden vastgesteld. Deze wordt gekenmerkt door bladvergeling. De ziekte manifesteert zich verder in het voorjaar door verkleuring aan de bladtop, dwerggroei, moeilijk doorschieten en een moeilijke aarvorming.
Oorzaak
Het virus Dwergvergelingsziekte wordt veroorzaakt door infectie met het dwergvergelingsvirus (Barley Yellow Dwarf Virus, BYDV). Aantasting gebeurt via bladluizen. Er zijn ruim 20 bladluissoorten die als mogelijke drager van het virus bekend staan. De bladluizen zelf raken geïnfecteerd met het virus door zich te voeden met besmette planten. In een zacht najaar, bij temperaturen van 10 à 12 °C, is het risico op overdracht door virusdragende bladluizen het grootst. Bij deze temperaturen vinden er namelijk migratievluchten van bladluizenkolonies plaats. Het dwergvergelingsvirus is na infectie niet meer te behandelen. De enige effectieve manier om infectie te voorkomen, is door bestrijding van de bladluizen. Aantastingen van het dwergvergelingsvirus kunnen al snel opbrengstverliezen van 1 à 2 ton per hectare veroorzaken.