‘MRIJ-koe niet minder CO2-efficiënt dan Holstein’
De MRIJ-vereniging had WUR-onderzoeker Theun Vellinga uitgenodigd voor haar jaarlijkse tweeluik. Ze organiseert namelijk steevast een MRIJ-dag in zowel het zuiden, als in het oosten van het land. De eerste van de twee was in het Brabantse Gassel, waar de koe Doortje 65 van de familie Van den Bosch tot ‘MRIJ-koe van het jaar’ werd gekroond. Vellinga hield er een lezing met als titel ‘de revival van het dubbeldoelras’.
„Er is geen melk zonder vlees”, stak Vellinga van wal. „Elke melkkoe gaat uiteindelijk naar de slager. Maar wat betekent dat voor de footprint?” Hij gaf aan dat er heel veel aandacht is voor de melkproductie. „Die zorgt voor een erg belangrijke en regelmatige kasstroom. Er is ook een sterke terugkoppeling, twee keer per dag in de melkstal of in de robot krijg je de cijfers en op iets langere termijn de MPR-uitslagen.” De onderzoeker wees erop dat er daarentegen weinig terugkoppeling is op de groei en het gewicht van de dieren.
Importerend land
Vellinga gaf aan dat een hoge melkproductie goed is voor de fosfaatexcretie. „En bij een hoge vervanging gaat de footprint omhoog.” Hij stelde echter ook dat het aantal kilo’s geslacht gewicht (uitstootvee en vleeskalveren) per kilo melk daalt bij een lagere vervanging en hogere productie. „Het punt is dat de mensen in Nederland meer rundvlees eten dan we als land produceren. We zijn dus een importerend land voor rundvlees, we importeren rundvlees uit landen als Ierland en Latijns-Amerika.”
„Er is dus een compensatie voor de gederfde kilo’s vlees, maar zolang die wel gegeten worden, moet je ze wel meetellen. En dat betekent dat we inclusief de import van vlees qua CO2-uitstoot niks opschieten.” Vellinga illustreerde zijn uitspraak met een staafgrafiek, waarbij hij enerzijds de CO2-uitstoot van geïmporteerd vlees optelde bij de uitstoot van een Holstein-koe en dat vergeleek met de uitstoot van een MRIJ-koe. „Let wel, dat een MRIJ-koe niet minder uitstoot dan een Holstein-koe geldt alleen bij vleesimport. Als we meer vlees gaan produceren of minder vlees gaan eten, wordt de situatie anders.”
PlanetProof
De Fries Vellinga gaf aan dat hij de opvolger is van Wiebren van Stralen als programmaleider binnen Living Lab Fryslân voor natuurinclusieve landbouw. „Ik heb dus korte lijnen met Van Stralen (programmaleider ‘On the way to PlanetProof’ bij FrieslandCampina, red.) en heb hem al gemeld dat de melkveehouderij op melk én vlees moet worden beoordeeld. Er moet hier dus ook aandacht voor komen binnen PlanetProof.”
Tekst: Anne Hiemstra
Beeld: Anne Hiemstra