Landbouwlobby kan leren van milieu-organisaties
De vakbonden zoeken vooral contact als er belangrijke debatten op de agenda staan, is te horen van verschillende leden van de landbouwcommissie van de Tweede Kamer. Die ontvangen dan een standaard mail met de inbreng van die vakbond. Maar regelmatig komt die inbreng te laat om nog adequaat mee te kunnen nemen.
LTO doet het beter, met een lobbyist die Kamerleden individueel benadert, en met tijdige memo’s voor elk debat. Maar daar is vaak onduidelijk of de organisatie voor de boeren spreekt of de deals verdedigt die het met het ministerie heeft gemaakt.
Tegenover die ene LTO-lobbyist zijn er twee of drie full-time lobbyisten van de samenwerkende milieuorganisaties. Groepen als Greenpeace, Natuur & Milieu en Milieudefensie werken voor hun Haagse lobby-activiteiten samen onder de naam ‘De Groene Elf’ en bekostigen samen een aantal lobbyisten. Een voorbeeld dat de landbouwvakbonden zouden kunnen volgen, volgens een SGP-medewerker.
Daarnaast zien Kamerleden dat standpunten niet consequent wordt volgehouden. Dat bijvoorbeeld de boodschap die LTO aan de klimaattafels heeft verkondigd, anders is dan wat ze in de Kamer zegt tijdens een hoorzitting over klimaat. „Een boodschap moet consistent zijn, door de tijd, maar ook tegenover je publiek, vindt Helma Lodders. „De boodschap moet dezelfde zijn, of je nu met het ministerie spreekt, met de Tweede Kamer of met de achterban.”
Lees het volledige artikel zaterdag in de Agrio-bladen.