Grote regionale verschillen in groei gewassen
De tweede snee gras wint snel aan massa. Ook wordt er volop ingekuild. Wie wacht met inkuilen loopt het risico dat het gras gaat doorschieten en daardoor veel voederwaarde verliest.
Terwijl de groei van de gewassen in Zuidoost-Nederland er flink in komt dankzij warmte en regen - uitzonderingen daargelaten - moet Noord-Nederland het doen met veel lagere temperaturen. Friesland en de kop van Noord-Holland zijn bovendien kurkdroog. Ook delen van Zeeland, de Betuwe een klein gebiedje in de Achterhoek zijn erg droog. Daar draaien de beregeningsinstallaties op volle toeren, terwijl het in een groot gebied langs de beide oevers van de IJssel net als in Zuidoost-Nederland zeer groeizaam is.
Volgende week wisselvallig en koud
Aan deze regionaal zeer verschillende groeiomstandigheden komt tot begin volgende week geen verandering. Tot maandag is het mogelijk om te hooien, al droogt het vanaf morgen bepaald niet hard meer. Daarna wordt het weer flink wisselvallig. Het KNMI berekent tot en tot en met 1 juni een totale hoeveelheid neerslag van circa 20-30 mm. Vooral op dinsdag is de kans op neerslag van betekenis groot. Maar net als twee weken geleden worden er geen grote neerslaghoeveelheden verwacht, die overal in Nederland gegarandeerd een einde zouden kunnen maken aan de droogte. De maximumtemperatuur reikt meerdere dagen niet veel verder dan 15 graden.
Einde aan reeks van 13 warme maanden
De ondergemiddelde temperaturen die voor volgende week berekend worden, zorgen er voor dat mei de boeken in gaat als te koud voor de tijd van het jaar. In de Bilt maar liefst 3 graden te koud. De eerste te koude maand sinds vorig jaar maart. Vanaf april 2018 was het structureel warmer dan het langjarig klimatologisch gemiddelde. Sinds 1901 is dat nog nooit gebeurd.