Verbod op onttrekken uit beken en sloten voor Limburgse boeren
„Ondanks dat alle stuwen de hele winter op zomerstand hebben gestaan om zoveel mogelijk water dat is gevallen vast te houden, blijft de afvoer van beken dalen en is het grondwaterpeil nog steeds historisch laag”, aldus bestuurder Har Frenken. „De voorspellingen blijven aanhouden dat er relatief weinig regen valt, dus we moeten zorgen dat we al het water vasthouden in ons watersysteem.”
Door de droogte van 2018 en een drogere winter en tot nu toe relatief droog voorjaar, zijn de afvoeren van de beken te laag. Met het instellen van het verbod wil het waterschap verdere daling van het waterpeil voorkomen, acute schade in beken tegen te gaan en zorgen voor voldoende watervoorraad in de aanloop naar de zomer. Het verbod geldt tot het moment dat de waterafvoer van de beken weer op niveau is en uiterlijk tot 1 oktober van dit jaar.
Controle
Alle vergunninghouders en melders van het onttrekken van oppervlaktewater zijn geïnformeerd met een brief. De komende tijd controleren handhavers van het waterschap op naleving van het verbod. Deze controles vinden ook in vroege ochtend- en avonduren en in het weekend plaats.
Uitzonderingen
Wel heeft het waterschap een uitzondering gemaakt voor bepaalde delen van beken. Zo mag er wel water worden onttrokken uit beken die altijd voldoende water hebben. Dit zijn de Niers, de Swalm, de Heukelomsebeek tussen de Maas en de stuw aan de Zeedijk, de Eckelstebeek tussen de Maas en de Spitsbrug, de Neerbeek tussen de Maas en Winkelmolenstuw, de Oostrumsche Beek tussen de Maas en de watermolen aan de St. Wilbersweg in Geysteren, de Boschmolenplas, de Roer, de Jeker en de Geleenbeek vanaf de zuivering in Hoensbroek.
Ook vormen weidepompen die zorgen voor het water voor vee een uitzondering. Vergunde onttrekkingen uit grondwater zijn ook legaal. Het verbod geldt ook niet voor vergunningshouders voor onttrekkingen voor bedrijfsmatige fruitteelt, groenteteelt, bloemen- en plantenteelt en bomenteelt.
Ontheffing
Boeren hebben de mogelijkheid om een tijdelijke, kortdurende en eenmalige ontheffing van het verbod aan te vragen, wanneer nut en noodzaak van de onttrekking voldoende onderbouwd is en de onttrekking op efficiënte manier plaatsvindt.