Regionale experimenteerruimte voor omslag naar kringlooplandbouw
Volgens Schouten kunnen op regionaal niveau veel zaken in samenhang aangepakt worden, niet alleen voor kringlooplandbouw, maar bijvoorbeeld ook met het verduurzamen van regionale energieproductie en het versterken van de economie en het verbeteren van de leefbaarheid; ‘Juist op regionale schaal of gebiedsniveau is het mogelijk de relatie met de natuurlijke omgeving én de maatschappelijke omgeving van dorpen en steden te versterken’. De minister denkt dat plannen voor kringlooplandbouw aan kracht en effectiviteit winnen als regionale ondernemers en ketenpartners er samen invulling aan geven. Per regio kan de situatie verschillend zijn en dat vraagt dus om maatwerk.
De minister wil ook alle provinciebesturen uitnodigen om in de net gestarte bestuursperiode een actieve partner van het Rijk te zijn in de gewenste beweging naar kringlooplandbouw. Daarbij moeten zo veel mogelijk de Haagse en provinciale agenda’s en inzet dezelfde lijn volgen. Ook gemeenten en waterschappen worden door de minister uitgenodigd om mee te doen.
Maatschappelijke waardering
Volgens de door de LNV-minister gepresenteerde realisatieplan kringlooplandbouw ‘Op weg naar nieuw perspectief’ (de verdere uitwerking van de visie ‘Waardevol en verbonden’ van 8 september vorig jaar) moeten boeren niet enkel voldoende inkomen, maar ook voldoende maatschappelijke waardering krijgen. In het plan kondigt de minister aan met initiatieven te komen om het verdienvermogen van boeren te verbeteren.
Alleen een sterkere positie van de boer kan volgens Schouten de gewenste omslag naar een kringlooplandbouw laten slagen. „De kern daarvan is niet langer 'zoveel mogelijk zo goedkoop mogelijk produceren', maar produceren met zo min mogelijk verlies aan grondstoffen en een zorgvuldig beheer van bodem, water en natuur," stelt de minister. De minister wil dat de Autoriteit Consument en Markt erop gaat toezien dat boeren hogere prijzen krijgen van afnemers die bovenwettelijke eisen stellen.
Om de gewenste kringlooplandbouw te realiseren reserveert de regering 275 miljoen euro. Ook moet er veel geld uit het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) ingezet worden.
Reststromen
Concreet zet de minister in op een aantal speerpunten. Ze wil het gebruik van kunstmest verminderen en meer ruimte geven voor dierlijke mest. In Europees verband pleit ze voor het in kunnen zetten van hoogwaardige meststoffen als kunstmestvervanger. Ook wil ze het aandeel van reststromen als grondstof voor diervoer vergroten. In de zomer start daarom een ‘team reststromen’ om boeren hierin een slag te laten maken.
Een goede bodem is een ander speerpunt. Schouten streeft naar eenduidige meetmethodes om de staat van de bodem te kunnen blijven monitoren, en naar de inzet van precisielandbouw voor een betere bemesting van grasland, bescherming van dieren in grasland en een betere onkruidbestrijding.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ellen Meinen