Brabantse PVV: voortbestaan gezinsbedrijven op de tocht door versnelde transitie veehouderij
In juli 2017 hebben Provinciale Staten (PS) van Noord-Brabant ingestemd met een maatregelenpakket gericht op een versnelling van de transitie de Brabantse veehouderijsector. Het betreft een aanpassing van de Verordening ruimte en de Verordening natuurbescherming Noord-Brabant. Hierdoor moeten verouderde stalsystemen versneld worden vervangen en wordt de toegestane ammoniakuitstoot verder aangescherpt. Dit tot groot ongenoegen van de Brabantse veehouderij, die ettelijke jaren eerder dan gepland, grote investeringen moet uitvoeren. De gewijzigde politieke omstandigheden waren voor FvD en en Partij voor de Vrijheid (PVV) Noord-Brabant aanleiding om vorige week vrijdag moties in te dienen met als insteek deze strengere regelgeving dusdanig aan te passen om ze voor de Brabantse boeren draaglijker te maken.
Advies
„De reden van deze vragen is dat de meeste andere partijen bij de behandeling van onze moties aangaven te zullen tegenstemmen, omdat ze vonden dat het nieuwe college van Gedeputeerde Staten (GS) eerst advies over de betreffende moties zou moeten geven. In deze eerste statenvergadering was dit nog niet mogelijk. Hierop inhakend willen we nu van GS weten hoe zij in deze veehouderijproblematiek staat”, legt statenlid Maikel Boon de achtergrond van deze vragen desgevraagd uit.
Familiebedrijven
Volgens de PVV wijkt het beleid van het nieuwe Brabantse college niet af van het eerder ingezette, in haar ogen, wanbeleid richting kleine familie- en boerenbedrijven. De PVV-fractie zegt bevreesd te zijn dat door dit provinciaal wanbeleid de kleine familie- en gezinsbedrijven uit Brabant zullen verdwijnen, omdat de geëiste investeringen alleen bij grootschalige bedrijven economisch rendabel zullen zijn. „Onze kleine Brabantse boeren familie- en gezinsbedrijven hebben wereldwijde naam en faam en dat moeten we zo houden”, onderstreept Maikel Boon. Hij betitelt de provinciale transitie duurzame veehouderij als doorgeslagen milieuregelgeving die in Brabant meer kapot maakt dan lief is.
Bronaanpak
De PVV is verder van mening dat dieren zo veel als mogelijk naar buiten moeten kunnen lopen en niet in dichte stallen met luchtwassers moeten verblijven. In dat kader vindt ze het ook onwenselijk dat boeren (moeten) kiezen voor luchtwassers in plaats van de uitstoot bij bron aan te pakken. Dit gaat ten koste van het dierenwelzijn. Ze roept GS op om sectoren die (nog) niet over een bronaanpak kunnen beschikken, uitstel te verlenen voor de maatregelen uit het Veehouderijregels van juli 2017.
Niet uit te leggen
Door de stapeling van regels die dit college de Brabantse boeren oplegt kunnen boeren niet meer investeren in diervriendelijke maatregelen. De PVV vindt het ook niet aan de Brabantse boeren uit te leggen dat Brabant de verzwaarde veehouderijmaatregelen jaren naar voren haalt terwijl de provincie Limburg ze juist twee jaar naar achter schuift. Door dit omstreden Brabantse beleid kunnen boeren niet meer op een eerlijke manier concurreren met collega’s uit andere provincies. De PVV verwacht dat boeren zich gedwongen voelen hun bedrijf buiten de provincie of buiten het land voor te zetten.