Raad van State ziet wel noodzaak staldering uitbreidingsplan varkensbedrijf Lage Mierde
Daarbij is de datum van het verlenen van de vergunning (tweede fase) voor de daadwerkelijke uitbreiding van de stalruimte doorslaggevend. En niet de aanvraag of vergunning ( eerste fase) voor de uitbreiding van de veestapel. Daarmee neemt de Raad woensdag in een tussenuitspraak over het uitbreidingsplan van VOF Oud Meir een ander standpunt in dan de provincie Noord-Brabant, die zelf het stalderingsbeleid heeft ingevoerd.
Stalderingsregeling
De provincie had eerder haar hoger beroep ingetrokken, omdat Brabant ervan uitging dat VOF Oude Meir (nog) niet onder de stalderingsregeling zou vallen. Ten onrechte blijkt nu. Dat de Raad toch een inhoudelijk oordeel velt komt omdat Stichting Groen Kempenland en omwonende René de Lepper hun beroepen wel hebben doorgezet. Volgens het provinciebestuur dateerden de vergunningsaanvragen van de VOF van voor 9 februari 2018. Die dag trad een nieuw artikel in de Verordening Ruimte in werking dat erop neerkomt dat bij nieuwbouw van stallen iets meer dan dezelfde oppervlakte aan bestaande stallen gesloopt moet zijn. Maar de gemeente verleende de tweede fase bouwvergunning pas op 5 juli 2018. En toen was de nieuwe stalderingsregeling (BZV 2.0) al in werking getreden, zo blijkt uit de uitspraak.
Rem
Met de stalderingsregels wil de provincie de rem zetten op groei van stalruimte. In tegenstelling tot de provincie zelf gaat de Raad van State voor het toepassen van de stalderingsregeling (BZV 2.0) uit van de datum van de verleende omgevingsvergunning voor de daadwerkelijke verlenging van de stal. En niet van de eerder verleende eerste fase milieuvergunning voor de uitbreiding van de varkensstapel van 5.394 naar 6.576 varkens.
Beschermde diersoorten
Verder is het hoogste bestuursrechtscollege het eens met de tegenstanders dat de gemeente als vergunningverlener bij het berekenen van de geurbelasting van de omgeving (voormalige) agrarische bedrijfswoningen niet als zogenoemde geurgevoelige objecten heeft meegenomen. Daarnaast vindt de Raad dat de gemeente meer onderzoek moet doen naar beschermde diersoorten die in de oude stal voorkomen.
Vergunning rammelt
Daarnaast moet de gemeente nog aantonen dat de uitbreiding van de varkenshouderij meerwaarde oplevert voor de omgeving. Kortom, de verleende uitbreidingsvergunning rammelt aan alle kanten. De Raad van State heeft de gemeente Reusel-De Mierden een half jaar de tijd om met een betere onderbouwing van het uitbreidingsplan te komen. Of dat lukt zal over meer dan een half jaar uit de einduitspraak blijken. Mogelijk komt er voor die tijd nog een tweede rechtszitting.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek