Varkenshouder eist ruim zes ton van Noord-Brabant

De provincie is bereid ruim 537.000 euro aan Hoppenbrouwers te betalen, maar vind dat de Hoppenbrouwers de rest van de schade maar op de gemeente Reusel-De Mierden moet zien te verhalen. Hoppenbrouwers is het daar niet mee eens en vroeg bij de Raad van State om de provincie te dwingen minimaal een ton meer op te laten hoesten.
Hoofdschuldige
Eerder bepaalde de rechtbank in Den Bosch dat Brabant ruim 15.000 euro meer aan de varkenshouder moet betalen. De provincie legt zich bij de uitspraak neer, Hoppenbrouwers niet. Die vindt dat de provincie de hoofdschuldige is voor het mislukte, ruim tien jaar oude plan om zijn varkenshouderij van Wintelre naar De Hoef te verplaatsen. Vorig jaar nog besliste de Raad van State dat de provincie flink de plank mis heeft geslagen in de kwestie Hoppenbrouwers. Immers, ruim tien jaar geleden was iedereen, inclusief provincie en gemeentes, het erover eens dat Hoppenbrouwers veehouderij beter van de kwetsbare locatie in Wintelre naar het toenmalige landbouwontwikkelingsgebied in De Hoef kon verkassen. Maar lopende procedure weigerde de provincie, die bijna elk jaar het veehouderijbeleid aanscherpte, onverwacht een ontheffing voor de nieuwe locatie in De Hoef te geven.
Enorme schade
Jaren later vernietigde de Raad van State dat besluit. Weliswaar verleende de provincie opnieuw een ontheffing aan Hoppenbrouwers, maar vervolgens ging de gemeente Reusel-de Mierden dwars liggen. Die wilde Hoppenbrouwers veehouderij niet meer in De Hoef hebben. Door al die vertragingen heeft de varkenshouder enorme materiële maar ook immateriële schade opgelopen. Die wil hij in één keer verhalen op de provincie.
Noord-Brabant is evenwel van mening dat ze alleen de schade hoeft te betalen voor de periode dat er geen ontheffing was. Toen die er wel was had Hoppenbrouwers in theorie zijn veehouderij alsnog naar De Hoef kunnen verplaatsen. Dat het niet meer kon omdat de gemeente Reusel-De Mierden de stekker eruit trok, is volgens de provincie niet aan haar te wijten. Hoppenbrouwers vindt dat wel degelijk een gevolg van het eerdere gepruts van de provincie.
'Kan provincie niets aan doen'
Rechter en staatsraad Hans Hagen vroeg aan de provinciewoordvoerder waarom die niet alle schade wil vergoeden. „In dit geval is een burger duidelijk benadeeld door de overheid, is het dan niet wat veelgevraagd om de burger naar allerlei loketten te sturen om een schadevergoeding te krijgen?” De provinciewoordvoerder vond van niet. „Wij hebben uiteindelijk een ontheffing verleend. Dat de gemeente daarna weigerde mee te werken aan de vestiging van de veehouderij in De Hoef, daar kan de provincie niets aan doen. Dat is een besluit van het gemeentebestuur van Reusel-De Mierden. Als Hoppenbrouwers daar schade van heeft geleden moet hij dat op de gemeente verhalen”, aldus de provinciewoordvoerder.
De Raad van State hakt binnen enkele weken een knoop door over het definitieve schadebedrag dat de provincie moet betalen.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek