Vele neerslag vertraagt aardappeloogst in zuidwesten
Volgens schattingen van CZAV en Delphy is inmiddels ruim negentig procent van de aardappelen in het zuidwesten gerooid. „Dat betekent dus dat nog vijf tot tien procent in de grond zit”, zegt Bram de Visser, verkoopleider akkerbouw bij CZAV. „Dat is redelijk veel; normaal zijn alle aardappelen op 1 november wel gerooid. Maar doordat het vanaf medio september om de paar dagen flink regende, konden akkerbouwers en loonwerkers niet ‘doorstomen’ met de oogst. Was men net lekker op gang, dan viel er weer een bui. En ook voor de komende week verwacht men nog de nodige neerslag. Dus het is maar de vraag wanneer de laatste aardappelen gerooid kunnen worden en óf deze nog geoogst zullen worden.”
Kwaliteitsrisico’s
Door het feit dat er nu nog aardappelen in de grond zitten en de bodemtemperatuur daalt, neemt ook het risico op kwaliteitsproblemen toe. „Aardappeltelers moeten nóg alerter zijn op het voorkomen van blauwverkleuring en uitermate voorzichtig met hun product omspringen”, benadrukt Leen van Marion, adviseur bij Delphy. „Het enige voordeel is dat de machines momenteel zijn besmeurd met zand, waardoor de aardappelen een ‘zachtere’ landing maken. En naast het risico op blauwverkleuring, neemt bij tafelaardappelen ook de kans op schilaantastingen toe.”
Van Marion benadrukt dat ook de bewaring waarschijnlijk niet van een leien dakje zal verlopen. „De aardappelen worden steenkoud ingeschuurd, waardoor het lang duurt voordat eventuele wondjes helen. En deze vormen een ideale invalspoort voor allerlei ziekten, zeker in combinatie met voldoende vocht. Kortom: de bewaring wordt ook nog een uitdaging.”
Ook andere oogsten verlaat
De natte herfst heeft niet alleen impact op de aardappeloogst; volgens De Visser zitten er ook nog meer wortelen en witlofpennen in de grond dan normaal. „Ook dit leidt mogelijk tot kwaliteitsproblemen. Verder was de uienoogst later dan gebruikelijk; pas vorige week zijn de laatste uien binnengehaald. Hierbij zagen we, als gevolg van de nattigheid, meer verkleuringen dan normaal.”
Minder tarwe gezaaid
Vanwege de ‘oogstvertraging’ is er op dit moment minder tarwe gezaaid dan andere jaren; veel percelen zijn immers nog niet vrij. „Vorig jaar rond deze tijd zat zeventig tot tachtig procent van de zaaitarwe erin, op dit moment nog niet de helft”, zegt De Visser. „Voor een ideale tarweoogst moet je eigenlijk in de tweede helft van oktober kunnen zaaien: dan ben je verzekerd van een goede kieming en voldoende planten, die goed ontwikkeld de winter ingaan. Naarmate het kouder en natter wordt, wordt dat steeds lastiger. Kortom: er is zeker geen sprake van een ideale start voor de zaaitarwe.”
Van Marion ziet het feit dat nog niet alle tarwe is gezaaid minder als een probleem. „Een lagere tarwe-opbrengst heeft financieel immers minder impact dan dat je één hectare aardappelen in de grond moet laten zitten of er grote problemen ontstaan in de aardappelbewaring. Akkerbouwers kunnen beter focussen op dit laatste, dan op het zo snel mogelijk zaaien van tarwe.”
Tekst: Ank van Lier
Beeld: Ellen Meinen