Varkenshouder Haghorst kan nog steeds geen nieuwe stal bouwen
Die uitspraak zal Heuvelmans als een koude douche ervaren, omdat hij al zes jaar bezig is de nieuwe stal te bouwen en telkens door aangescherpt veehouderijbeleid wordt ingehaald. Zo ook met de omgevingsvergunning voor de bouw van een nieuwe stal, waar hij al lang geleden een onherroepelijke milieuvergunning voor heeft gekregen. Met die vergunning kan Heuvelmans in theorie zijn veestapel van 3.600 naar ruim 4.700 varkens uitbreiden. Maar daarvoor is nu eenmaal een nieuw stalgebouw nodig.
Stalderingsbewijs
De gemeente weigerde, onder meer na fel verzet uit de buurt, alsnog een stalvergunning te verlenen omdat Heuvelmans geen stalderingsbewijs had overlegd. Dat beleid is op 15 juli 2017 ingevoerd en is gericht op de inkrimping van de Brabantse veestapel. Een veehouder mag alleen nog uitbreiden als er elders 110 procent stalvloeroppervlak wordt gesloopt.
Heuvelmans hoopte tevergeefs dat de gemeente en Raad van State zijn aan de Beerseweg beëindigde varkenshouderij als staldering zou meerekenen. Maar dat doet het hoogste bestuursrechtscollege niet omdat dat bedrijf in het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling is beëindigd, een andere regeling dus. Verder vindt de Raad dat de gemeente wel degelijk een stalderingsbewijs mag eisen, ook al dateert de bouwaanvraag van jaren ervoor. Volgens de Raad beschikte Heuvelmans slechts over een van rechtswege verleende vergunning, waarvan hij kon weten dat daar nog bezwaar tegen gemaakt zou worden. In dat geval is dus bij lange na niet zeker dat de vergunning ooit onherroepelijk wordt.
Hoofdpijn
De vraag is of Heuvelmans ooit nog een nieuwe stal kan bouwen. Want een nieuwe bouwaanvraag zal aan nog strengere veehouderij- en milieunormen moeten voldoen. Bovendien moet Heuvelmans nog voor zo’n 200.000 aan stalsloopruimte (4.500 m2) moeten aankopen, zonder dat zeker is dat die stal ooit gebouwd kan worden. Kortom, hoofdpijn voor Heuvelmans en opluchting bij de buren, die het nieuwe varkenshouderijplan niet zien zitten.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Susan Rexwinkel