Pluimveehouder vecht tegen endotoxinen-blokkade
Volgens de advocaat van de pluimveehouderij is een botte weigering van de vergunning niet gepast, omdat er nog zoveel wetenschappelijke onzekerheden bestaan rond het verspreiden van ziektes door intensieve veehouderijen. „Met de kennis en het beleid dat er nu is zou de gemeente de vergunning niet mogen weigeren. Ze kan dan hoogstens een aantal maatregelen voorschrijven om de verspreiding van ziektekiemen te voorkomen”, aldus de raadsman donderdag tijdens een rechtszaak in Den Haag.
Wat de ziektekiemen betreft gaat het om de zogenoemde endotoxinen die zich aan fijnstof hechten en door verspreiding door de lucht ziektes bij omwonenden kunnen veroorzaken. Op dit moment loopt er nog wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van het verspreiden van endotoxinen en minimale afstanden die risicovolle bedrijven tot nabijgelegen woningen in acht moeten nemen.
Notitie
Volgens de advocaat van de veehouder klopt het huidige toetsingskader(Notitie Handelingsperspectieven) niet. Die gaat alleen uit van de ventilator op het staldak die het dichtst bij een woning ligt. „Al staat er maar één kuiken in die stal, dan wordt alle uitstoot van fijnstof en endotoxinen aan die stalventilator toegerekend, terwijl het bij Eilers om vier stallen gaat waarbij het zwaartepunt van de emissie bij de verder weg gelegen stallen liggen. Dat betekent dat dat grote gevolgen heeft voor de minimale afstand en dat de gemeente alsnog moet meewerken aan een vergunning”, aldus raadsman Ruud Verkoijen.
Pluimveehouder Maurice Eilers vulde nog aan de ventilator waarop de gemeente Heeze-Leende haar weigeringsbesluit baseert slechts drie procent van alle fijnstof van het bedrijf uitstoot,’dan is een weigering erg zuur. Want met een aantal maatregelen kan ik dat zo veranderen.’
Keihard
De omgevingsdienst Zuidoost Brabant erkende namens gemeente dat het toetsingskader vooralsnog niet keihard is onderbouwd. ‘Maar er is op dit moment niks beters, dus moeten we het daar mee doen, aldus Fred Stouthart van de omgevingsdienst. Hij wees er tijdens de zitting op dat er hard wordt gewerkt aan een wetenschappelijk verantwoord landelijk endotoxinen-beleid, net zoals eerder bij het geurbeleid. „Deze zomer moet het nieuwe RGV-risicorekenmodel van Erbrink klaar zijn voor gebruik. Dan zal duidelijk worden welke afstanden minimaal in acht moeten worden genomen en of er maatregelen mogelijk zijn als niet aan die afstanden wordt voldaan”, aldus Stouthart.
Volgens Verkoijen kan dat nieuwe beleid nog wel langer op zich laten wachten „en dan moet je niet nu al vergunningen weigeren op basis van niet wetenschappelijk onderbouwd beleid.” De Raad van State doet over enkele weken uitspraak.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Joyce Kuster