Vreugdenhil: ‘Tijdspad voor aanpassing van stallen nog niet definitief’
![](http://d3ncyx4db87lab.cloudfront.net/02/30/523/hermen_vreugdenhil-_nieuwendijk_e_m__3.-detail.jpg)
Het provinciebestuur heeft woensdag 18 december het voorstel voor inspraak vrijgegeven, dit na ruggenspraak met het presidium van Provinciale Staten. De provincie verwacht dat Provinciale Staten hier in februari 2020 een besluit over nemen.
Breuk
Vrijdag had het provinciebestuur nog het dreigement geuit om bij een tegenstem van de Brabantse stikstofaanpak te gaan handhaven op de deadline van 1 april. „Dit gaf veel onrust”, laat Statenlid Hermen Vreugdenhil (CU-SG) weten. Het uitstel waar het provinciebestuur nu voor kiest omschrijft het statenlid als „een stap in de goede richting voor een realistisch en eerlijk beleid”.
Zoals bekend haalde het voorstel van vier coalitiepartijen (VVD, GroenLinks), D66, PvdA) om de deadline 9 maanden op te schuiven geen meerderheid. Geen van de andere partijen steunde de motie. Een motie van het CDA – toen nog coalitiepartij – om de deadline flexibel te maken, haalde het evenmin. Waarna de partij uit de coalitie stapte. De vier overgebleven coalitiepartijen gaven vrijdag aan voorlopig verder te gaan met een minderheidscollege.
Tijdspad definitief?
Volgens Vreugdenhil betekent het besluit van GS niet dat dit het definitieve tijdspad wordt. Hij verwacht dat verdere verruiming aan de orde komt bij de vorming van een nieuw college. Zoals bekend vinden de boeren 9 maanden uitstel voor het aanvragen van een vergunning voor een milieuvriendelijke stal en 9 maanden doorschuiven van de datum dat de stal er moet staan (van 1 januari 2021 naar 1 oktober 2021), onvoldoende. Dat vindt ook Vreugdenhil, die er voor pleit om de beleidsregel gelijk te schakelen met die van de andere provincies. Voor nog niet uitontwikkelde innovatieve stalsystemen geldt een aparte regeling.
Vreugdenhil is ook blij met de toezegging van het kabinet dat zij met de provincies de problematiek van de zogenoemde ‘melders’ zal oplossen. Het betreft activiteiten die vóór de stikstofuitspraak van de Raad van State in aanmerking kwamen voor een vrijstelling van de Natura 2000-vergunningplicht. Met de legalisatie komt er duidelijkheid en zekerheid voor circa 3.200 boeren.
Vergunningplicht weg
Er komt geen vergunningplicht voor beweiden en bemesten. Dat is een van de afspraken uit het overleg dat landbouwminister Carola Schouten maandag voerde het Landbouw Collectief. „Dat geeft op veel boerenbedrijven rust”, aldus Statenlid Hermen Vreugdenhil. Hij prijst de wijze waarop de agrarische sector haar bijdrage wil leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek. Volgens het Statenlid laat de sector „maar weer eens zien dat de bereidheid er absoluut is”. Andere sectoren zouden hier volgens hem een voorbeeld aan kunnen nemen.
Hoe het kabinet aankijkt tegen beweiden en bemesten in relatie tot de stikstofproblematiek, is nog niet duidelijk. Hier wordt het advies van de commissie Remkes afgewacht. In mei, direct nadat de Raad van State de PAS had verworpen, hadden LTO en POV al gewaarschuwd dat vergunningplicht onwerkbaar zou zijn en zou indruisen tegen duurzaamheidsdoelen. Beide boerenorganisaties wezen erop dat niet uitrijden van mest haaks staat op kringloopdoelen en een verbod op weidegang – een speerpunt in de veehouderij – de boeren zou dwingen hun koeien op stal te houden.
Stikstofberekeningen
Een ander belangrijk onderdeel in het afsprakenpakket tussen de minister en het Landbouw Collectief is dat het collectief aansluit bij de commissie Hordijk, welke gaat kijken naar de stikstofberekeningen van het RIVM. Verder heeft het kabinet aangegeven dat tijdelijk verleasen van stikstofruimte mogelijk is, mits deze leidt tot stikstofreductie. Tijdens de leaseperiode vindt afroming van 30 procent van de stikstofruimte plaats, na afloop van deze periode ontvangt de eigenaar deze weer terug.
Tekst: Henny Lenkens
Beeld: Ellen Meinen