Terugblik 25 jaar na evacuaties door hoogwater
In het Land van Maas en Waal, de Ooijpolder, de Bommelerwaard, de Betuwe en in Limburg moesten boerengezinnen en vee tijdelijk een andere onderkomen zoeken omdat het rivierwater extreem hoog tegen de dijken stond. Op 31 januari 1995 werden zo'n 250.000 inwoners van het Rivierenland geëvacueerd. De waterstand bij Lobith was 16,63 meter boven NAP, ruim boven het record van 1993. Een dag later steeg het peil tot 16,68 meter boven NAP. De waterdreiging was groot: van Maastricht tot Kampen en van Lobith tot Rotterdam. In het rivierengebied en in Limburg was de dreiging zo groot dat mensen huis en haard moesten verlaten.
Uitdaging
Waterschap Rivierenland staat tussen 25 januari en 4 februari uitgebreid stil bij deze gebeurtenis, dat ons land 25 jaar geleden in zijn greep hield. Het waterschap sluit aan bij evenementen in de regio en lanceert zelf #hohohoogwater. Samen met andere waterschappen wordt stilgestaan bij de uitdaging van toen met videodagboeken, infographics en interviews.
Hoeveel bedrijven en dieren exact werd geëvacueerd is bij het waterschap niet bekend. „In die tijd waren de gemeenten en provincies verantwoordelijk voor de evacuaties en het waterschap voor de dijken. Cijfers en feiten hebben wij dus niet”, meldt een woordvoerder van waterschap Rivierenland.
Dijkversteviging
Na het extreme hoogwater veranderde er veel om de Nederlandse dijken te verstevigen. Het programma Ruimte voor de Rivier werd ontwikkeld en uitgevoerd en dijken werden verlegd en versterkt. Waterschappen fuseerden en professionaliseerden en de veiligheidsregio’s ontstonden. „Met het Hoogwaterbeschermingsprogramma zorgen we dat in 2050 alle belangrijke dijken voldoen aan de nieuwste normen. Samen zorgen we voor sterke dijken, want hoogwater is niet te onderschatten. Die les is geleerd in 1995”, vult de woordvoerder aan.