Zeeuwse dierenartsenpraktijk gestopt met rundvee
Er zijn meerdere oorzaken voor het toenemend tekort aan geschikte dierenartsen in de veehouderij in de ‘uithoeken’ van Nederland. De partner moet werken kunnen vinden in dezelfde regio. Dat is vooral een probleem als de partner een man is, en dat is steeds vaker het geval.
Want de feminisering van de dierenartsenopleiding aan de Diergeneeskundige Faculteit in Utrecht is waarschijnlijk de belangrijkste reden waarom Van Dijk geen rundvee dierenarts meer kon vinden. „Qua kennis doen vrouwelijke dierenartsen zeker niet onder voor hun mannelijke collega’s. Maar de combinatie met het krijgen van kinderen en de opvoeding zorgt ervoor dat ze minder bereid zijn om fulltime te werken en nachtdiensten te draaien. Ook speelt het soms fysiek zware werk op een veehouderij een rol. Dat is nu eenmaal zo.”
Toelating
Bij de toelating tot de opleiding aan de Diergeneeskundige Faculteit worden vrouwen vaker ingeloot dan mannen, vanwege de leeftijd. „Op een leeftijd van 18 jaar, het moment dat de toelating tot de Diergeneeskundige Faculteit in Utrecht wordt bepaald, zijn vrouwen gemiddeld genomen nu eenmaal serieuzer met hun toekomst bezig dan mannen’, zegt Van Dijk. „Dus halen ze hogere cijfers en maken ze meer kans om ingeloot te worden.”
Om de trend te keren heeft de Diergeneeskundige Faculteit besloten studenten die bij de loting aangeven de opleiding tot landbouwhuisdieren arts te willen volgen voorrang te geven. Vermoedelijk neemt door dit beleid het aantal mannen dat ingeloot wordt toe. De laatste jaren is de verhouding vrouw /man bij de toelating 80/20.
Schaalvergroting en buitenlandse ondernemingen
Ook ziet Van Dijk de schaalvergroting en het gebrek aan opvolgers om bestaande kleinschalige dierenartsenpraktijken over te nemen met lede ogen aan. De animo van jonge dierenartsen om een praktijk over te nemen, neemt af. Dat de schaalvergroting doorzet blijkt ook uit het beeld dat de Rabobank in een rapportage in 2018 schetste van de dierenartsenpraktijken. Grotere praktijken bieden schaalvoordelen, waardoor specialisatie kan plaatsvinden, de werktijden beter verdeeld kunnen worden en er meer overleg tussen collega’s kan plaatsvinden.
Kleinere groepspraktijken werken steeds meer samen. Hierdoor is het mogelijk meer specialistische kennis te bieden. Een voorbeeld uit de praktijk is de keten DierenDokters. Ook buitenlandse investeringsmaatschappijen tonen belangstelling in de Nederlandse markt. De grootste partijen zijn Evidensia, AniCura en CVS. In 2018 maakten ze ongeveer 20 tot 25 procent uit van de markt, met name in kleine huisdieren en paarden. Hun aandeel in zorg voor landbouwhuisdieren groeit minder snel.
Krimp regio’s
Overigens is het probleem van het instandhouden van regionale dierenartsenpraktijk geen specifiek probleem voor de veehouderij. Het beeld is vergelijkbaar met dat regionale ziekenhuizen, huisartsen en tandartsen. Vooral krimpregio’s met veel vee is de situatie nijpend. Dat blijkt ook uit de vacaturebank van de KNMVD. In Oost- en Noord-Nederland zijn de meeste vacatures. Dierenartsenpraktijken proberen kandidaten te lokken met wervende teksten over het fraaie landschap en de lage woninglasten in de krimpregio’s. Salariëring is vaak volgens de sector CAO, die beginnende dierenartsen meer dan 3000 euro bruto per maand garandeert en senioren bijna 6000 euro bruto per maand, exclusief onregelmatigheidstoeslagen. Maar in het buitenland wordt meer geboden, blijkt uit internationale vacature sites.