‘Markt en teelt eiwitgewassen nog in kinderschoenen’
Ko Francke, adjunct-directeur van CZAV, vindt het een positieve zaak dat de provincie Noord-Brabant zich actief inzet om (de teelt van) plantaardige eiwitten verder voet aan de grond te laten krijgen. Dit kan het proces een impuls geven, denkt hij. „En dat is ook wel nodig, want er is nog heel wat werk te doen voordat akkerbouwers op grote schaal aan de slag kunnen met plantaardige eiwitteelten. Maar zowel onder telers als onder verwerkers is er wel veel belangstelling. Vandaar dat wij ons als CZAV volop oriënteren op dergelijke teelten: soja, erwten, veldbonen, et cetera. Zodat wij straks, als het moment daar is, klaar zijn voor een grootschalige eiwitteelt. Maar voordat het zover is, zal eerst het rendement omhoog moeten.”
Prijzen te laag
De prijzen die worden betaald voor de opbrengsten die van het land komen, zijn momenteel te laag, volgens Francke. „Veelal zijn deze eiwitgewassen ook bestemd voor de veevoerindustrie, voor humane consumptie wordt een hogere prijs betaald. Nu leveren deze teelten onvoldoende rendement op, en zet de grootschalige teelt nog niet echt door. Om dit voor elkaar te krijgen, zullen marktpartijen een hogere prijs moeten neertellen óf moeten de opbrengsten omhoog. Wat dit laatste betreft is de veredeling aan zet. Maar ik ben ervan overtuigd dat deze kentering er wel gaat komen; dat voel je aan alles. Op die manier creëren we een nieuwe inkomstenbron voor agrariërs, en stimuleren we de biodiversiteit, de bijenstand, et cetera. Dit is een bijkomend voordeel van eiwitgewassen. Overigens zien wij plantaardige eiwitten niet als een vervanger van vleesproducten, maar als een aanvulling hierop.”
Opzetten van verwerkingsketen
Ook ZLTO is van mening dat de markt voor eiwitproducten nog verder ontwikkeld moet worden. „Op termijn zien we zeker mogelijkheden voor een goed verdienmodel”, zegt Marjon Krol, Projectleider Markt & Keten bij ZLTO. „Daarbij hebben eiwitverwerkers steeds meer belangstelling voor lokaal geteelde eiwitten. Het is alleen de vraag of ze bereid zijn om een meerprijs te betalen; op dit moment is import nog altijd goedkoper. Efficiënter telen en meer onderscheidend vermogen - bijvoorbeeld door de keuze voor bepaalde rassen - zijn daarom een must. Daarnaast moet een verwerkingsketen voor lokale eiwitten worden opgezet. Een aantal verwerkers en marktpartijen in vegetarische producten is daar al mee bezig, maar het aanpassen van productieprocessen is minder eenvoudig dan het lijkt.”
Krol ziet op termijn onder meer kansen in de teelt van veldbonen, aangezien dit gewas volgens haar goed te telen is in ons land. „Dit gewas is één van de meest efficiënte eiwitleveranciers. Telers zijn vaak geneigd om te kijken naar de kilo’s product die ze van een hectare halen, maar in dit geval gaat het vooral om het aantal kilogrammen eiwit. Er worden daarom ook proeven ingericht, om te kijken welke rassen wat dit betreft het meest kansrijk zijn. Kortom: in feite staan zowel de markt als de teelt van lokale eiwitgewassen nog in de kinderschoenen.”
Tekst: Ank van Lier
Beeld: Stefan Buning