Deel 1: Tekortkomingen bij Brabants Landschap
Grote tekortkomingen bij Brabants Landschap
Controle en toezicht op de uitvoering van het Nederlandse natuurbeleid is voor een groot deel de verantwoordelijkheid van de provincies. In 2010 hebben de 12 provincies samen besloten om natuurorganisaties te certificeren. Het certificaat is voor de provincies een garantie dat de natuurorganisaties de natuurgebieden goed beheren en dat de subsidie, die ze ontvangen van de provincies, goed wordt besteed.
Gebreken
Om voor een certificaat in aanmerking te komen, moesten de natuurorganisaties een kwaliteitshandboek opstellen. Daarin geven ze aan hoe ze werken en hoe ze hun doelstellingen voor het in stand houden en verbeteren van de natuur realiseren.
Stichting Certificering SNL ziet toe op de naleving daarvan door eens in de vier jaar de natuurorganisaties daarop te controleren. Uit het laatste beschikbare jaarverslag van deze stichting uit 2018 blijken alle vier de natuurorganisaties die gecontroleerd zijn, gebreken te hebben in de uitvoering van hun kwaliteitshandboek. Het gaat om Natuurmonumenten, Stichting het Drents Landschap en twee kleine organisaties in Noord-Holland. Deze vier kregen alle de formele status: voorlopig behoud certificaat.
Bestuurslid Jos Jansen van Stichting Certificering SNL geeft aan wat dat betekent. „Wanneer wij gebreken constateren, hebben de organisaties zes weken de tijd om de geconstateerde gebreken te herstellen. Wanneer dat binnen die termijn niet lukt, maken we daar een aparte afspraak over. Voor gebreken in beheerplannen staat een termijn van een jaar.”
Het Brabants Landschap
Uit het jaarverslag van 2017 blijkt dat er bij 6 van de 12 gecontroleerde natuurorganisaties gebreken zijn geconstateerd. Een van die organisaties was Het Brabants Landschap. Uit het jaarverslag van 2018 blijkt dat deze natuurorganisatie de gebreken niet binnen een jaar wist te herstellen. Stal & Akker legde aan Jos Jansen de vraag voor wat er mis gaat bij Het Brabants Landschap en waarom het certificaat niet is ingetrokken.
„Als stichting komen we bij natuurorganisaties overwegend vier tekortkomingen tegen. Eén van de belangrijkste is het niet op orde hebben van de beheerplannen. Een beheerplan moet je regelmatig ijken, de afspraak is eens in de 12 jaar, en opnieuw vaststellen. We komen beheerplannen tegen uit de vorige eeuw. Bij Brabants Landschap bleek dit bij een fors aantal beheerplannen het geval te zijn. Ze hebben extra mensen aangenomen om dat te regelen en wij hebben vanuit de stichting diverse keren met hen om tafel gezeten. Ze kregen het niet voor elkaar om dat in een jaar te doen. Dat zagen wij ook, dus vandaar dat we geen certificaat hebben ingetrokken.”
Geen sancties
De stichting (die sinds 2010 bestaat) heeft ondanks de gebreken die ze jaarlijks in de kwaliteitshandboeken van de natuurorganisaties vindt, nog nooit om die reden een certificaat ingetrokken. Of de tekortkomingen bij Het Brabants Landschap leiden tot een slechtere natuurkwaliteit kan Stichting Certificering SNL niet aangeven. Jansen: „Tijdens de controlebezoeken gaan we niet het veld in. Als stichting weten we dus niet hoe het gaat met de natuur. Die taak ligt bij de provincies. Dat gaat via de beheermonitoring waar de natuurorganisaties zelf verantwoordelijk voor zijn.”
Dit is het eerste deel van Tekortkomingen Brabants Landschap. Morgen verschijnt deel 2 met daarin de reactie van Brabants Landschap en Provincie Noord-Brabant.