Zuid-Limburgse boeren, politici en natuurorganisaties: alle neuzen dezelfde kant op
Kunnen en willen boeren, politici, natuurorganisaties en recreatieve ondernemers samen de schouders zetten onder het Zuid-Limburgse heuvelland? Die vraag speelt al langer bij de politieke groepering ‘Pro Gulpen-Wittem’. Om de mening te peilen hield ze zaterdag in Partij een conferentie met als thema ‘Creatief met Landbouw’. Een succes. Tijdens de bijeenkomst wezen de neuzen allemaal dezelfde kant uit. „Eindelijk een bijeenkomst van boeren, politici en natuurorganisaties waar de neuzen dezelfde kant uit wijzen en elkaar niet steeds kritiseren.” Zo vatte Marion van der Kleij, wethouder van de gemeente Gulpen-Wittem de bijeenkomst samen. „Iedereen is ervan overtuigd dat het Heuvelland onder druk staat. Duidelijk is ook dat iedereen elkaar nodig heeft. De toeristische sector voor een mooi landschap, de natuurorganisaties willen de natuurlijke gebieden en landschapselementen versterken. En ondertussen moeten de boeren hier hun brood zien te verdienen en zijn bovendien deels verantwoordelijk zijn voor het behoud van het natuur- en landschap”, onderstreept Van der Kleij.
Weerbarstiger
De dagelijkse boerenpraktijk blijkt echter weerbarstiger, is de teneur van de diverse boeren die het spreekgestoelte in Partij bestijgen. Naast onbegrip, staan tal van regeljes hun vaak in de weg bij het uitoefenen van hun taken. Regelgeving die bovendien vaak haaks staat op elkaar. Zo wil biologisch agrariër Guido Frijns graag biologische gerst telen voor de Gulpener bierbrouwerij. De duurzame brouwer brouwt immers ook biologisch bier. Voor het zaaien van de brouwgerst moet hij zijn percelen onkruidvrij hebben in het voorjaar. Gangbare telers spuiten dit onkruid dood. Als biologische boer mag hij dat niet. Terwijl de erosieregelgeving hem verbiedt het onkruid onder te ploegen. Na een jarenlange strijd wordt de erosieregelgeving nu aangepast en mag hij zijn percelen bestemd voor de brouwgerstteelt (ondiep) gaan ploegen. Verder bevreemdt het Frijns dat de biologische melk van zijn bedrijf en dat van Zuid-Limburgse collega’s in China wordt afgezet. Hij pleit voor regionale melkverwerking, om de zuivelproducten vervolgens als streekproduct aan de man te brengen.
Extensief
Een extensieve bedrijfsvoering is de wens van veel (landelijke) organisaties. Zeer zeker in het Zuid-Limburgse heuvelland. Boeren die daar op willen inspelen lopen tegen tal van (bureaucratische) muren op. Zo heeft Joshua van Wersch in Hilleshagen, onder de naam ‘Kuusj’, enkele jaren geleden een kleinschalige varkenshouderij opgericht. Zijn varkens vertoeven grotendeels buiten in weilanden en bossages. Een schoolvoorbeeld van hoe velen de varkenshouderij graag zouden zien. De praktijk is echter anders. Zijn grootste euvel waar hij tegen aanliep was dat organisaties en financiers zich alleen richten op (grootschalige) intensieve veehouderij. „Ik heb zelf alles moeten uitzoeken en opbouwen. Banken gaven ook niet thuis. Via crowdfunding heb ik uiteindelijk mijn plannen kunnen financieren. Ook de wet- en regelgeving is niet op dergelijke extensieve en afwijkende initiatieven afgestemd. Je valt overal buiten”, vertelt Joshua zijn ervaringen.
Samen
Ook Ingrid Mulleneers uit Epen loopt met haar extensief zoogkoeienbedrijf op tegen tal van obstakels. In 1996 werden de melkkoeien ingeruild voor zoogkoeien van het ras Blonde d’aquitaine. „Dit omdat ons bedrijf geheel wordt omringd door percelen van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Limburgs Landschap.” Nu heeft de maatschap Mulleneers circa 50-60 zoogkoeien met kalfjes en nog een beetje jongvee. „Als een burgemeester zegt dat we met ons vee naar een industrieterrein moeten verkassen, breekt me de klomp”, verwijst Ingrid Mulleneers naar het onbegrip en onkunde over de agrarische sector bij velen. Ze roept alle in het landschap betrokken partijen, inclusief natuurorganisaties en politiek, op naar elkaar te luisteren en niet meer met de rug naar elkaar toe te staan. „Samen kunnen we veel meer bereiken”, onderstreept Ingrid Mulleneers.