Brabants Landschap vraagt boerenhulp bij bescherming weidevogels
Normaal gesproken kan Brabants Landschap wel 700 vrijwilligers inzetten om met peilstokken nesten te markeren. Maar vanwege het virus kunnen die minder worden ingezet - veel van de vrijwilligers zitten in een risicogroep, en ook is het moeilijk om samen in een auto op pad te gaan, en daarbij anderhalve meter afstand te houden. De afwezigheid van peilstokken op de akker of in de weide betekent daarom niet dat er dus geen nesten zijn. Jochem Sloothaak, coördinator soortenbescherming bij het Brabants Landschap, vraagt boeren nu om zelf meer op te letten.
„Vanaf de trekker kun je het gedrag van vogels goed bekijken“, zegt hij. „En je kunt de nesten zien; normaal gesproken gaan onze mensen wel eens mee op zo’n trekker als ze de kans hebben, omdat je vanaf zo’n hoog uitkijkpunt goed kunt zien waar de legsels liggen.“
Hij geeft een aantal aanwijzingen waar boeren op kunnen letten bij het bewerken van hun land. Als die vogels op de akker of weide zien, kunnen ze er rekening mee houden dat er dan ook nesten zijn. „Let dan ook op vogels die lang blijven zitten als de trekker in de buurt komt, en pas op het laatste moment opvliegen“, geeft hij als tip. „Dan is er vrijwel altijd een nest, dat ze zo lang mogelijk willen beschermen.“