‘Mestverwerker Den Ouden heeft voldoende aan milieuoverlast gedaan’

Volgens het hoogste bestuursrechtscollege heeft een bewoner van de Helmondse woonwijk Brouwhuis niet aangetoond dat hij en zijn buurtgenoten echt onaanvaardbaar last hebben van stank afkomstig van de mestverwerker. De bewoner woont op 1.400 meter van de mestverwerker. De Raad vindt dat te ver om merkbare overlast van geur of stank te hebben. Op een dergelijke afstand is het niet of nauwelijks aantoonbaar waar eventuele geuren vandaan komen.
In ieder geval heeft de Brouwhuisbewoner niet met keihard onderzoek onderbouwd dat hij op die afstand van Den Ouden “milieugevolgen van enige betekenis” ervaart, aldus het hoogste bestuursrechtscollege. Om die reden beschouwt de Raad de bewoner als niet-belanghebbende en wijst zijn verzoek om de mestverwerker aan te pakken af.
Stankmaatregelen
De Raad wijst erop dat Den Ouden op basis van eerder verleende vergunningen al een groot aantal stankmaatregelen heeft genomen. De Raad wijst er in de uitspraak op dat het zuidelijke deel van Den Oudens bedrijfsterrein wordt gebruikt voor onder meer de op- en overslag van zand, grond, bouwstoffen, puin, schroot en verschillende soorten afvalstoffen.
Het noordelijke deel gebruikt Den Ouden voor de op- en overslag van onder andere natte mest in verschillende smalle, hoge silo’s alsmede voor het drogen van meststoffen met een hoog droog stofgehalte, zoals kippenmest. De gedroogde meststoffen worden tot korrels geperst en daarna opgeslagen en opgezakt. De gereinigde proceslucht en de afgezogen lucht uit het opslaggebouw wordt met behulp van een veertig meter hoge schoorsteen afgevoerd.
‘Niet te harden’
‘De stank in onze wijk is vaak niet te harden, en dat komt vooral door mestverwerker Den Ouden en niet door allerlei andere bedrijven,’ zei een bewoonster van de Helmondse wijk Brouwhuis bij de Raad van State.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek