Drempels tussen aardappelruggen hebben duidelijk positief effect
In het kader van het programma ‘Water in Balans’ werken de LLTB, natuurbeheerders en Waterschap Limburg aan praktische ideeën om per vierkante meter ongeveer 10 millimeter extra water vast te houden. Een van de ideeën is de aanleg van drempeltjes tussen de aardappelruggen op de Zuid-Limburgse hellende akkers. En dat blijkt succesvol. Uit een berekening van de extra waterberging door de aanleg van drempeltjes tussen de aardappelruggen kan op een hectare aardappelland tussen de 80.000 en 100.00 liter water extra worden gebufferd ten opzichte van een perceel zonder drempeltjes. De drempeltjes verhogen ook de aardappelopbrengst. In een praktijkproef, op een hellend perceel tussen Heerlen en Ubachsberg, viel de netto-opbrengst, op die delen waar drempeltjes werden toegepast, tot vier procent hoger uit dan op de delen waar zonder drempeltjes de aardappelen waren gepoot. In deze proef werd de hoogste netto-opbrengst behaald op de delen met rullere aardappelruggen. Deze viel zeven tot negen procent hoger uit dan bij poters uit de ruggen zonder drempels.
Gladde ruggen
De rugopbouw in één fasesysteem met gladde aanaardkappen leidt bij regenbuien gemakkelijk tot het afspoelen van water en bodemdeeltjes. Met name als de ruggen parallel aan de helling liggen kunnen drempels de waterstroom afremmen. Tijdens het maken van de ruggen worden mechanisch kleine drempeltjes gemaakt met een hoogte van tussen de 5 en 10 cm. Deze liggen op een onderlinge afstand van tussen de 40 en 150 cm. Door deze ruggetjes krijgt het water niet de kans om af te stromen. Ze stuwen het water, dat zo de tijd krijgt om in de bodem te infiltreren. Een deel van het water stroomt daarna trapsgewijs af. Het krijgt daarbij minder kans om snelheid te maken.
Infiltratie
Uitgaande van vijf centimeter hoge drempels, die elke 50 cm tussen de ruggen worden aangelegd, ontstaan per hectare ruim 26.000 drempels. Er van uitgaande dat elke drempel tussen de 3 en 4 liter water infiltreert, komt de waterbuffering per hectare uit op circa 80.000 tot 100.000 liter. Dat staat gelijk aan 8 tot 10 mm extra water buffering op het hele perceel. Doordat minder water afspoelt en beter infiltreert, neemt ook de afspoeling van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen af. Dit verbetert de waterkwaliteit. In de praktijk blijken drempeltjes wel minder bestand tegen zware buien, zeker op percelen met een grotere hellingshoek. Daarnaast zijn drempeltjes in rijpaden of spuitsporen niet werkbaar en worden daar achterwege gelaten. De meerkosten voor de aanleg van de drempeltjes bedragen aan extra loonwerk circa 20 tot 25 euro per hectare.
Gitterrollen voor ruwe rugopbouw
De traditionele rugopbouw in één fase met gladde aardaardkappen bij de teelt van aardappelen leidt gemakkelijk tot afspoelen van water en bodemdeeltjes. Het grover achterlaten van de ruggen kan dat verminderen. Als het bodemoppervlak ruw krijgt het water meer kans om te blijven staan en te infiltreren in plaats van af te spoelen. Ook zal er minder snel verslemping optreden en neemt de kans af dat de drempeltjes bij hevige buien wegspoelen. Gitterrollen verruwen de aardappelruggen. Deze techniek wordt als positief ervaren omdat de bodem zo nog meer water kan opnemen. Tijdens droge periodes komt dit vocht ten goede aan het gewas. Door de hogere infiltratiecapaciteit, spoelen tevens minder nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen af. Een aandachtspunt is het feit dat de grond onderaan de rug goed aangedrukt moet worden, zodat de rug over een stevig fundament beschikt en ook na een zware bui intact blijft. Deze wijze van rugopbouw vraagt wel voldoende losse en droge grond bij de aanleg. Nadeel is dat bij te natte omstandigheden de gitterrol makkelijk vol loopt. De extra loonwerkkosten bedragen circa 20 tot 25 euro per hectare. Voor de loonwerker betekent de aanschap van een gitterkap een investering van tussen de 2.500 en 4.000 euro.
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Guus Queisen, Gaston Kallen
Bronnen: Waterschap Limburg, Water in Balans