Zes schapen in Someren-Eind doodgebeten door wolf
Zo meldt het Eindhovens Dagblad. Hoewel de schapen in een weiland stonden afgezet met stroomafrastering, is de wolf vermoedelijk over de omheining heen gesprongen. De kuddebeheerder van de aangevallen schapen zegt dat een deel van de dieren door de afrastering zijn gesprongen doordat de wolf hen zo opjaagden. De schapen waren van het ras Kempische Heideschaap en waren bezit van stichting Het Kempische Heideschaap.
Wolfproof
De voorzitter van de stichting Kees van Hee bevestigt dat de omheining van de kudde niet wolvenproof was. „Wij hebben 1.200 schapen. Zij grazen overdag binnen het raster met schapennetten, ook op de hei. Nu moeten we gaan investeren in speciale wolvennetten, die hoger zijn en een betere stroomvoorziening hebben. Dat kost ons veel geld”, zo vertelt de voorzitter aan het Brabantse medium.
De kuddebeheerder zegt niet verrast te zijn door de wolvenaanval. Hij had de wolvennetten al besteld nog voordat de wolf zich vergreep aan de schapen. „Er zijn al een aantal malen wolven langsgekomen in deze regio. Ik heb 12 kuddes waar ik over waak. Het is nog een wonder dat de wolven mij tot op heden voorbij zijn gelopen.”
Strabrechtse Heide
Someren-Eind is niet de enige Noord-Brabantse plaats die wolven (mogelijk) hebben aangedaan. Ook op de Strabrechtse Heide zijn drie schapen doodgebeten. Momenteel is er een dna-onderzoek gaande om uit te wijzen of wolven hiervan schuld hebben. Rondom het natuurgebied zijn vaker schapenaanvallen, alleen het is nog te vroeg om te zeggen of de Strabrechtse Heide een wolvengebied is. Daarvoor moet de wolf zich eerst officieel gevestigd hebben door minimaal een half jaar in hetzelfde gebied te verblijven.
Preventieplan wolvenschade Veluwe
Noord-Brabant is een van de provincies waarbij de wolf of een wolvenaanval het vaakst wordt aangetroffen. In Nederland is er echter nog maar één gebied aangewezen als officieel wolvengebied: de Veluwe in Gelderland. Daarom heeft de provincie Gelderland een wolvencommissie in het leven geroepen. Hoewel deze commissie zich uitsluitend buigt over de wolven op de Veluwe, worden de adviezen van deze commissie nauwlettend in de gaten gehouden door andere provincies, waaronder Noord-Brabant. Deze week nog kwam de commissie naar buiten met het concept van het gebiedsgerichte preventieplan wolvenschade Veluwe. Daaruit blijkt dat alle schapenhouders en geitenhouders op de Noord- en Midden-Veluwe een beroep kunnen doen op een subsidie om maatregelen tegen de wolf te nemen.
720.000 tot 1.100.000 euro
In het advies van de wolvencommissie staat te lezen dat de commissie pleit voor een subsidieregeling met een bandbreedte tussen de 720.000 en 1.100.000 euro om maatregelen te treffen om wolvenschade te voorkomen. Dit budget bestaat uit een budget voor maatregelen voor vaste percelen in 2020 en in 2021, en een budget voor maatregelen voor niet-vaste percelen in 2020 en 2021. Bij de niet vaste percelen worden budgetten geadviseerd van 250.000 tot 400.000 euro (2020) en 350.000 tot 500.000 euro. Bij de niet vaste percelen gaat het om een spectrum tussen de 60.000 en 100.000 in zowel 2020 als 2021.
„Wij hopen dat alle schapen- en geitenhouders op de Noord- en Midden-Veluwe meedoen. Daarom is het ook zo'n fors bedrag. De doelstelling van de provincie Gelderland is ook om zo dekkend mogelijk te zijn. Net zoals bij vaccinatie: maatregelen hebben pas effect als de dekkingsgraad hoog is. Als iemand een afzonderlijk weitje behekt en de rest doet dat niet, dan heeft het geen effect, want dan gaat de wolf naar een onbehekte weide. Dus wij hopen dat er veel gebruik van de regeling zal zijn,” zegt voorzitter van de commissie Pieter van Geel (oud-fractieleider CDA Tweede Kamer). Het budget is erop berekend dat alle schapen- en geitenhouders in het wolvengebied subsidie kunnen aanvragen, niet slechts een deel.
Het advies, wat volgens de commissie 95 procent van het uiteindelijke plan zal zijn, stelt dat zowel professionele als hobbymatige boeren tot 50 procent van de materiaalkosten van de maatregelen vergoed krijgen. Echter wel met een plafond van 100 euro per schaap.
Hekwerken
Bij maatregelen voor vaste percelen wordt gedoeld op het aanleggen van een hekwerk die wolfproof is. Een grote zorg omtrent de zogenaamde verhekking van de Veluwe, was de esthetische schade aan de natuur en de potentiële gevaren voor overig wild. Dat gevaar is te overzien, meent Van Geel. „Voor heel veel schapenhouderijen en hobbyhouderijen zijn er al afrasteringen en omheiningen gemaakt. Voor die hekken geldt dat die wolfproof moeten worden gemaakt door deze te verstevigen en te voorzien van stroomdraden met een minimale spanning van 4.500 volt.” De commissie stelt dat deze omheiningen en de flexnetten (maatregel niet-vaste percelen) een minimale hoogte van 1,20 meter moeten hebben en minimaal op 30 centimeter afstand van een potentieel opstapje (boomstronk e.d.) moeten staan. Wolven zijn volgens de commissie weliswaar in staat om deze hoogte te bespringen, maar uit onderzoek blijkt dat wolven dat niet tot nauwelijks doen. Mits zij ook niet aangemoedigd worden om dit te doen door bijvoorbeeld een opstapje in de buurt te hebben.
In totaal moeten de omheiningen minimaal vijf stroomdraden hebben waarvan de laagste op niet meer dan 20 centimeter van de grond verwijderd moet zijn. Dit voorkomt dat wolven onder het draad door kruipen of eronder door graven.
„Voor de grotere kuddes, daar kan je geen hekwerk omheen zetten. Dus daar is dan de suggestie om met de flexnetten te werken en die verplaats je. Die worden steeds om de kudde heengezet.” Dit betekent wel veel arbeidskosten voor de boeren met grote kuddes. Een van de twee grootste pijnpunten van het preventieplan.
Arbeidskosten
„Wij hebben hier met name te maken met een regeling die de materiaalkosten vergoedt. Wij zijn er ons bewust van dat arbeidskosten ook een reëel punt is. Omat wij niet alles van tevoren kunnen uitzoeken en wij als commissie drie jaar bestaan, hebben wij gezegd: dit is de regeling, dit is het voorstel, maar laten we de komende tijd goed op papier zetten wat die arbeidskosten nou zijn. Hoeveel tijd en energie dat vergt en dat we daar eventueel ook aanvullende maatregelen op treffen om daar wellicht wat mee te doen. We gaan de arbeidskosten goed monitoren. We zitten in onbekend terrein en moeten verkennen. Zo ook met deze arbeidskosten. Maar als we deze kostencompensatie toekennen, kan je ook onderscheid maken tussen hobbyhouders en professionele houders. Voor hobbyhouders zijn de arbeidskosten van een andere orde dan voor de professionele houders. Je komt dan in een veld terecht waar je in de ene situatie zegt tegen iemand die maar twee schapen heeft dat je die kosten niet gaat vergoeden, maar je hebt ook professionele schapenhouders die daar dagelijks ontzettend veel tijd kwijt zijn om hun schapen te beschermen. Dus dat is wel lastig. We moeten goed kijken naar wat de verschillen zijn en wat die betekenen en dan kunnen we daar gefundeerd een oordeel over fellen. Maar nu ziet de regeling voornamelijk toe op het gebruik van materiaal.”
Keep it simple, stupid
Het andere pijnpunt was het opstellen van een helder advies. Dat was namelijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. „Om niet te verzuipen in allerlei alternatieven en suboplossingen. Je kan op het moment dat je grondslag zoekt voor subsidie de oppervlakte pakken, de strekkende veirkante meters nemen, rekening houden met het soort terrein, rekening houden met of houders al dan niet samen met buren een beroep doen op het pakket maatregelen. Zo verzuip je in allerlei details en afwegingen die op zich relevant zijn, maar die tot een onwerkbare structuur leiden. Daarom hebben we ook gezegd dat we in de kern terug moeten. De omheining in strekkende meters met een maxium begrenzing per schaap. Keep it simple, stupid, zeggen ze dan. Op sommige punten is dit systeem wel wat onrechtvaardiger dan andere, maar dat lukt niet anders. Het alternatief is dat je in een detailniveau komt waarbij elke schapenhouder een eigen regeling heeft. Dat kan niet. Dus de regeling in de kern simpel te houden, was ook een opgave.
Kuddebewakingshonden
Overige maatregelen die worden geadviseerd in het stuk, zijn het plaatsen van nachthokken en kuddebewaking. Dat laatste door kuddebewakingshonden. Echter, het inzetten van deze honden kent zijn gevaren. Deze honden bewaakt de kudde niet alleen voor wolven, maar voor alles. Ook mensen. „Wij gaan er vanuit dat de honden redelijk onder controle zijn van de eigenaar, maar wij laten ook wel blijken in ons plan dat het geen chihuahua's zijn, die kuddebewakingshonden. Het zijn stevige honden gefokt van origine in Spanje, Frankrijk, de Pyreneeën met een specifiek doel: het beschermen van kuddes. Die honden zullen wel goed getraind zijn en onder appèl staan van de eigenaar, alleen je moet je wel voorstellen dat als ouders en kinderen op de Veluwe aan het wandelen zijn, naar de schaapskudde en de lammetjes kijken, er zo'n hond in de buurt kan zijn. Kortom, wij hebben het heel netjes geformuleerd in ons advies, de maatregel kuddebewakingshond is meer iets voor afgelegen gebieden waar minder mensen komen. Daar lijkt het ons meer geschikt voor dan in drukbevolkte en intensief gebruikte gebieden.”
Verordening
„Wij hebben dit nu gemaakt, maar dit moet nog wel vertaald worden naar subsidieverordeningen dus daar zullen de details en de uitwerkingen moeten plaatsvinden. Dat gebeurt in mei en juni. Wij hebben alleen de intentie overgebracht dat we vinden dat onze maatregelen niet moeten wachten, dus de subsidie met terugwerkende kracht beschikbaar te stellen. Begin gewoon. Het gaat niet om geld vangen; het gaat erom dat je iets goed wil doen en je krijgt daar een redelijke vergoeding voor. Het is even wachten op de technische kant van die verordening maar dan hopen we ook dat die verordening er in augustus is. Tot en met 6 mei kan de achterban op het conceptplan reageren waarna de provincie aan de slag gaat met besluiten nemen over een goed dichtgetimmerde verordening.”
Verspreiding
De maatregelen zijn beoogd voor enkel het aangewezen wolvengebied op de Noord- en Midden-Veluwe. Daar is de wolvenroedel gevestigd in Nederland. Na anderhalf tot twee jaar verlaten de welpen de roedel en gaan zij op zoek naar een eigen territorium. Doorgaans beslaat het een wolvenroedel 200 vierkante kilometer. Dat betekent dat wanneer de welpen zich afsplitsen, zij ver verwijderd zullen raken van het oorspronkelijke wolvengebied. „Daaruit blijkt ook dat er maar een zeer beperkt aantal roedels op de Veluwe mogelijk is. De rest van de wolven gaan zwerven, komen ergens anders terecht of, helaas, verongelukken. Zo ook deze week is er nog een wolf aangereden. Waarschijnlijk een van de welpen. Dat zie je ook in Frankrijk en Duitsland. Heel veel wolven sneuvelen, dat blijkt uit de cijfers. Niet iedereen haalt de volwassen leeftijd bij de wolven, maar dat is eigenlijk bij alle diersoorten zo.”
En hoe zit het met de maatregelen als er wel degelijk een nieuw wolvengebied komt? „De provincies hebben samen afgesproken in het wolvenplan dat wanneer een wolf zich gevestigd heeft (minimaal een half jaar in hetzelfde gebied) de provincie dat gebied kan aanwijzen als wolvengebied. Dan zijn in dat gebied ook de maatregelen van toepassing. Dus dat betekent dat wanneer het gebied uitgebreid wordt, dat een besluit van de provincies is. Zij moeten constateren dat elders zich roedels gevestigd hebben, en ons idee is dat schapen- en geitenhouders in dat betreffende gebied ook in aanmerking komen voor dergelijke subsidieregelingen.”
De wolvencommissie heeft inmiddels al een aantal zeer diverse reacties binnengekregen op het conceptplan. „Wat wij eerlijk gezegd ook al een beetje verwacht hadden. Zo wordt er nou eenmaal over de wolf gedacht.” De geluiden vanuit de boerenachterban zijn doorgaans positief wat betreft het plan om wolvenschade te voorkomen.