Optimalisatie gelijkzaai vanggewas bij maïs blijkt nodig om opbrengst niet te beïnvloeden
‘Rietzwenk mag maïs niet hinderen’
In nauwe samenwerking met WUR Open Teelten locatie Vredepeel liet Bongers zijn loonwerker maïs inzaaien in combinatie met vier rassen rietzwenkgras. Deze zijn gelijktijdig tussen de maïsrijen mee gezaaid in een dosering van 10 tot 15 kilo zaad per hectare. „Het doel van de grasgelijkzaai is om na de oogst de uitspoeling van nitraat naar het grondwater te verminderen. In augustus stopt de maïsplant met de opname van stikstof. Het nitraat dat dan nog in de bodem zit, wordt na de maïsoogst meteen door het gras opgenomen”, legt Bongers uit. „Met de onkruidbestrijding eind mei testen we ook diverse middelen in verschillende doseringen.”
De teelt van een vanggewas na maïs is op zand en löss sinds 2019 verplicht. Het goed beoordelen van rietzwenkgras als vanggewas en de maïs is een must om dit vanggewas niet te veel te laten concurreren met de maïs. Vooral de weersomstandigheden maken het ieder jaar anders om aan het eind van het maïsseizoen rietzwenk te hebben staan zonder dat dit al te veel ten koste gaat van de maïsplant en dus de maïsopbrengst. Na de winter is dit rietzwenk een prima groenbemester, mits op tijd verwerkt, voor de teelt van volgend jaar.
Lees verder in de aankomende editie van Stal & Akker die zaterdag 8 mei verschijnt. Nog geen abonnee? Vraag een gratis proefnummer aan.