‘Zeeuws Deltaplan Zoet Water moet zoetwatervoorziening veilig stellen’
Voldoende zoet water staat al jarenlang bovenaan het prioriteitenlijstje van de Zeeuwse landbouw. En de situatie wordt steeds nijpender, als gevolg van de zeespiegelstijging en de klimaatverandering. „Wat zoet water betreft moeten we het in Zeeland echt hebben van de regen die er valt”, zegt PvdA-gedeputeerde Anita Pijpelink, die het thema Water in haar portefeuille heeft. „Dat wordt steeds meer een probleem, ook omdat het klimaat steeds grilliger wordt. Het ene moment hebben boeren te kampen met wateroverlast, terwijl het op het andere moment kurkdroog is. Dat brengt te veel risico’s met zich mee, en is een obstakel in de transitie naar een toekomstbestendige en volhoudbare landbouw. Daarom, en omdat de agrarische sector van economisch groot belang is voor Zeeland, staat de zoetwatervoorziening hoog op de provinciale agenda.”
Regierol nemen
Pijpelink erkent dat er de afgelopen jaren al een heleboel gebeurd is om te komen tot oplossingen voor het zoetwatertekort. Tal van onderzoeken en projecten werden opgezet, onder meer binnen de Proeftuin Zoet Water en het Living-Lab Schouwen-Duiveland. Dan gaat het bijvoorbeeld om het vasthouden en bufferen van oppervlaktewater, het ontzilten van zout water, peilgestuurde drainage en de aanvoer van zoet water van elders. „De diverse initiatieven zijn echter behoorlijk gefragmenteerd, er is nauwelijks sprake van een koppeling tussen vergaarde kennis, innovaties en inzichten. Het Zeeuws Deltaplan Zoet Water moet daar een antwoord op bieden, door knowhow te bundelen en partijen bij elkaar te brengen. Denk dan aan boeren, kennisinstellingen, natuurbeheerders, Rijkswaterstaat, et cetera. Dit moet ervoor zorgen dat de beschikbare kennis en inzichten goed ‘landen’ in onze provincie en onder de aandacht komen van alle Zeeuwse boeren. Regie is nodig om stappen voorwaarts te zetten en daadwerkelijk te komen tot een oplossing voor de zoetwaterproblematiek. Als provincie willen en moeten we die regierol nemen. Dat we dit probleem serieus nemen, blijkt ook wel uit het feit dat het project behoorlijk wat ‘body’ krijgt. Er is een speciaal team voor vrijgemaakt.”
Variëteit aan oplossingen
Welke oplossingsrichtingen het meeste perspectief bieden, is volgens Pijpelink moeilijk te zeggen. „Er is niet één uniforme oplossing voor de zoetwaterproblematiek in onze provincie. Sommige regio’s zijn volledig afhankelijk van regenwater, andere gebieden hebben wel een beperkte zoetwatervoorziening. Daarnaast is verzilting in sommige regio’s een groter probleem dan in andere gebieden. De term ‘Deltaplan’ impliceert ook een grote complexiteit en variëteit aan oplossingen. In sommige gebieden is de aanvoer van zoet water van elders een interessante optie, in andere regio’s zullen boeren zijn aangewezen op innovatieve technieken of wellicht moeten overstappen naar de teelt van meer zoutminnende gewassen.”
Over de streep trekken
Het Zeeuws Deltaplan Zoet Water, dat volgend jaar gereed moet zijn, moet uiteindelijk een kansenkaart gaan bevatten, met daarin de meest perspectiefrijke oplossingen per gebied. Volgens Pijpelink is dit voor ondernemers een hulpmiddel om, op basis van de lokale situatie, gerichte analyses te laten uitvoeren. „Dat kan hen wellicht over de streep trekken om bepaalde investeringen te doen en risico’s te nemen. Nu zijn boeren vaak huiverig om te investeren in nieuwe technieken; het Deltaplan moet hen helpen de juiste keuzes te maken. En om ondernemers over de streep te trekken, zal ook een subsidieprogramma worden opgezet. Waarschijnlijk is er niet alleen geld beschikbaar vanuit de provincie, maar ook vanuit de Zuidwestelijke Delta en het Rijk. Kortom: de overheid doet een duit in het zakje, maar ook ondernemers moeten bewegen en investeren. Alleen samen komen we tot een duurzame en toekomstbestendige zoetwatervoorziening.”
Tekst: Ank van Lier
Beeld: Susan Rexwinkel